Efeben (Anton van
Wilderode) Ik zag in het museum twee efeben conform de Griekse canon afgebeeld: de armen langs het lichaam naar beneden, de rechtervoet één schree vooruitgetreden, de ogen zonder iris, als geleegd. Buiten op straat zag ik hun evenbeeld: twee heldere knapen die op huis aangingen, denkend aan honderd dagelijkse dingen of, zonder één gepeins, gewoon verveeld nog onbereikbaar voor herinneringen. Wie zoeken gaan naar de efeben binnen vinden de plek, waarop zij stonden, leeg. Uit: Hubert van Herreweghen: “Gedichten 1995 – een keuze uit de tijdschriften” Uitg. Davidsfonds, Leuven, 1995 |