DRYADE

Ik heb de linde heilig doen verklaren,
die ik gedurig voor een vrouw aanzie.
Ver genoeg weg wordt het verschil nihil:
de stam het lichaam, klederen de blaren
en goud haar de bloesem bovendien.

Liet zich het juiste ogenblik uitsparen
van de verandering, dan zou ik zien
hoe zij tot stand komt uit haar effigie
en dat fotograferen en bewaren.

Daarvan een film opnemen, het proces
was dan hanteerbaar, ik kon eigenmachtig
bedoelde phase zoveel widescreen geven,

dat zij spontaan de boom ging overleven,
de schijn ontsnapte en zichzelf deelachtig,
mij tegemoet liep uit die blinde bres.




Gerrit Achterberg.

Uit: Verzamelde gedichten.

Amsterdam, Querido, 1984.
(Achtste druk. Copyright 1963)