CALIGULA
Waar later reseda's en radijzen
bloeien
Dit is in mei en in een tuin en langs de sporen
Van een landelijke trein
Is thans
In de vrieswind en in december
In de wind zonder licht zonder herders zonder vogels
Zonder enige kans een veulen doodgevroren
Ik heb het meegenomen en onder
glas gezet
Ik kijk de dagen en de uren af
(Die langs mij gaan op het brede pad
Van dit bestaan dat inderdaad
In zonde en zonder een daad met rede wordt begaan)
En wacht tot dankbaar en ontdooid
Het veulen zijn eerste woord tot mij zal spreken.
Hugo Claus.
Gevonden in: Spiegel van de
moderne Nederlandse poëzie,
samengesteld door Hans Warren.
Amsterdam / Leuven, 1992 (Zesde editie, tweede druk)
|