Correctie leesles 96

De geschiedenis van Androclus en de leeuw II

'Toen mijn heer de provincie Africa kreeg met proconsulaire macht' zei hij 'ben ik daar door zijn onrechtvaardige en dagelijkse zweepslagen tot de vlucht gedwongen en opdat de schuilplaats veiliger voor mij zou zijn, week ik uit naar eenzame zandvlakten en als voedsel op was geraakt was mijn plan op enigerlei wijze de dood te zoeken.Toen ik op het heetst van de dag 'n grot had gevonden verborg ik me toen in die grot.
 En niet veel later kwam naar dezelfde grot deze leeuw met een zwakke en bloedige poot; hij produceerde gekreun en zielige geluiden, de pijn van zijn wond bejammerend. En daar werd mijn geest eerst wel door het zien van de leeuw die er aan kwam verschrikt en banggemaakt. Maar nadat de leeuw dat verblijf dat van hem was, zoals uit de situatie duidelijk werd, binnen was gekomen, en mij zag, terwijl ik me probeerde ver weg te verstoppen, kwam hij vriendelijk en tam naar me toe en leek zijn opgetilde poot aan mij te laten zien en uit te steken als om hulp te vragen. Daar heb ik toen een enorme doorn die in de zool van zijn poot vastzat losgetrokken en ik drukte het opgehoopte vuil uit het binnenste van de wond en al zonder grote angst drooge ik het bloed helemaal en veegde het weg. Door die actie van mij toen opgelucht legde hij zijn poot in mijn handen en ging liggen en rustte, en vanaf die dag leefden ik en de leeuw drie jaar lang in dezelfde grot en met dezelfde leefwijze/voeding.
 Maar toen ik tenslotte een afkeer kreeg van dat leven als een wild dier, verliet ik toen de leeuw op jacht was gegaan de grot en nadat ik een weg van bijna drie dagen had afgelegd werd ik door soldaten gezien en gegrepen en uit Africa naar mijn heer naar Rome weggebracht. Hij liet mij onmiddellijk ter dood veroordelen en aan de wilde dieren geven. Maar ik zie in, dat deze leeuw toen ook gevangen is en mij nu bedankt voor mijn goede daad en medische verzorging.'