Correctie Leesles 87 OVER CYRUS, DE STICHTER VAN HET RIJK DER PERZEN V Nadat Astyages Harpagus wreed had gestraft, dacht hij erover na, welk besluit hij met betrekking tot Cyrus moest nemen: hij vroeg zich af, of de voorspelling van de droom al niet was uitgekomen, omdat Cyrus door de spelende jongens tot koning was gekozen. De Magiers, door de koning geraadpleegd, verzekerden dat hij voor niets bang hoefde te zijn, daarom omdat het niet was voorbeschikt dat Cyrus, eenmaal koning geworden, opnieuw koning zou zijn: maar omdat Cyrus een Pers was, moest hij terugkeren naar de Perzen en niet bij de Meden blijven; zo niet, bestond het gevaar, dat een Pers de Meden zou overweldigen. Astyages gaf zijn oren aan hen / luisterde naar hen en stuurde Cyrus terug naar zijn ouders. Zij dachten dat hij allang dood was en omarmen hun zoon met opperste vreugde. Dus groeide Cyrus op bij de Perzen en omdat hij zich al gauw tussen zijn leeftijdgenoten heel erg sterk betoonde won hij niet alleen de liefde van zijn ouders, maar de genegenheid van allen met wie hij omging. Harpagus intussen dacht over niets anders dan wraak en vernietiging jegens Astyages. Dus deed hij zijn best Cyrus voor zich te winnen, omdat hij diens lot vergeleek met zijn eigen lot: want tegen beiden had Astyages een zware misdaad begaan. Vrij vaak stuurde hij dus stiekem brieven en geschenken aan Cyrus, en omdat Cyrus eens een uitnemend man leek te zullen zijn, verheugde hij zich in zijn hart. Intussen zat hij zelf ook niet stil, maar als hij had gezien, dat iemand van de Meden door de koning gekwetst was, ging hij naar hem toe en spoorde hem aan en overreedde hem, om zijn inspanning te beloven / om te beloven zijn best te zullen doen om Astyages van de troon te stoten. Toen hij meende dat eindelijk de tijd was aangebroken om in actie te komen stuurde hij in het geheim een brief naar Cyrus, waarin het volgende geschreven was: 'Zoon van Cambyses, het is helderder dan licht dat de goden zelf jou beschermen en jou begunstigen. Voor zover het van Astyages afhing, hoorde jij allang dood te zijn. Dat je leeft, weet, dat je dat te danken hebt aan de goden en aan mij! Als je mijn plan volgt / mijn advies opvolgt, zul je je meester maken van de jou verschuldigde voorvaderlijke macht. Overreed de Perzen om in opstand te komen en leid hen tegen de Meden! Alles is hier al klaar; laat de rest jou tot zorg zijn/ zorg jij voor de rest!' |