Correctie
Leesles 84 Over Cyrus, de stichter van het rijk der Perzen III Mithradates, onder de indruk van de slimme woorden van zijn vrouw, bracht zijn dode zoon weg, nadat hij zijn kleding had veranderd en legde hem op de dichtstbijzijnde berg op de grond. Toen Harpagus na een paar dagen daar naar toe was gegaan en de te vondeling gelegde baby had gezien, liet hij hem bijzetten in een koninklijk graf zonder iets te vermoeden. Maar de zoon van Mandane werd opgevoed in het huisje van de herder. Ongeveer tien jaren waren al voorbij gegaan, toen Artembares, een edelman bij de Perzen, vroeg om toegang tot de koning: hij was gekomen om te klagen over het onrecht, waarmee 'n boerenjongen, de zoon van de herder Mithradates, zijn zoon had behandeld. Astyages wilde Artembares graag tevreden stellen en beval, dat de herder en diens zoon werden ontboden, en toen zij aanwezig waren, vroeg hij boos: 'Jij, onaanzienlijk joch, heb jij het gewaagd de zoon van deze zeer edele man met smaad te behandelen?' Maar de jongen antwoordde onbevreesd: 'Koning, ik heb hem terecht gestraft, omdat hij mij weigerde te gehoorzamen, toen ik door de spelende jongens tot koning was gekozen. Ook in spel is de koning gehoorzaamheid verschuldigd, denk ik. Als ik u straf waard lijk, ik ben bereid.' Plotseling dacht Astyages de jongen te herkennen, terwijl hij die dingen zei. Want het gezicht van de jongen was zeer gelijkend op zijn eigen gezicht en zijn houding/gedrag leek niet slaafs, maar veeleer koninklijk. Ook de tijd, sinds welke hij Mandane's zoon had laten doden klopte precies. Dus stuurde hij Artembares weg, nadat hij had verzekerd, dat hij hem en zijn zoon genoegdoening zou geven, en hield Mithradates vast. Toen vroeg hij aan hem alleen, wie die jongen was. Eerst antwoordde Mithradates, dat het zijn zoon was, maar toen de koning hem met folteringen dreigde, als hij de waarheid niet opbiechtte, bekende hij tenslotte, dat Harpagus hem de jongen had gegeven om te vondeling te leggen en dat hij de opdracht niet had uitgevoerd. |