Over de Horatiërs
en de Curiatiërs (3)
De Romeinen ontvangen
/ ontvingen met geweldig gejuich Horatius als winnaar, vooral omdat
zij aan de overwinning al gewanhoopt hadden. Als eerste ging Horatius
de stad binnen, terwijl hij de driedubbele wapenbuit voor zich uit droeg.
[dum wordt
altijd door een praesens gevolgd!]
Hem kwam zijn zusje, die verloofd was geweest met één
van de Curiatiërs, tegemoet en met veel tranen roept / riep zij
haar dode verloofde bij zijn naam. Het gejammer van zijn zus ondanks
zijn overwinning en zo grote openbare vreugde maakt / maakte de (geest
van de) agressieve jongeman boos. Dus trekt / trok hij zijn zwaard en
doorboort / doorboorde het meisje, terwijl hij haar toesnauwt / toesnauwde:
'Ga weg van hier met je liefde voor je dode verloofde, jij die je dode
broers vergeet, je levende broer vergeet, je vaderland vergeet!'
Wegens deze afschuwelijke (mis)daad werd Horatius, hoewel zijn verdiensten
groot waren, toch voor het gerecht gesleept naar de koning, die de rechtszaak
/ het oordeel aan het volk overliet. In die rechtszaak zijn de burgers
vooral ontroerd door de vader Publius Horatius, die uitriep, dat hij
meende, dat zijn dochter terecht was gedood en smeekte hem niet beroofd
van kinderen te maken. De burgers verzetten zich niet tegen de tranen
van de vader en spreken / spraken de jongeman vrij, meer uit bewondering
voor zijn moed dan door de gerechtvaardigdheid van zijn zaak.
De vrede met Alba hield niet lang stand wegens het verraad van Mettius
Fufetius, de Albaanse koning. Nadat de doodstraf voltrokken was aan
de verrader, is / werd de stad Alba vernietigd en is / werd het volk
van Alba gedwongen naar Rome te verhuizen.
Zo groeide de stad Roma door de val van Alba en is / werd het aantal
burgers verdubbeld.
|