IX.

Het zelfstandig naamwoord - substantivum
1e declinatie
Naamval : dativus

 

Aquam vaccis do.
Ik geef water aan de koeien.

Door de dativus wordt het meewerkend voorwerp aangegeven.
Het lijdend voorwerp heet ook wel : object; voor het meewerkend voorwerp wordt ook de term
indirect object gebruikt.

Om te vertalen naar het Nederlands heb je vaak de voorzetsels aan en voor nodig. Het Latijn gebruikt hier geen voorzetsel.
Nog enkele voorbeelden:

Rosas amicae carpit.
Hij / zij plukt rozen voor zijn / haar vriendin.

Puella epistulam amicae scribit.
Het meisje schrijft een brief aan haar vriendin.

nom. ev. : puella
gen. ev. : puellae
dat. ev. : puellae
acc. ev. : puellam

nom. mv. : puellae
gen. mv. : puellarum
dat. mv. : puellis
acc. mv. : puellas

Je ziet, dat de vorm puellae drie keer voorkomt: gen. ev. = dat. ev. = nom. mv.
Je zult uit de context op moeten maken om welke naamval en functie het gaat.

 

Leer de volgende woorden :

amica : vriendin
herba : kruid, gras
ianua : deur
ira : toorn, woede
mora : uitstel
sed : maar

Onthoud de woorden door ze te verbinden met kennis, die je al hebt:
amica > ami, amie (frans); amice
herba > herbivoor; l'herbe (frans)
ianua > januari
ira > irate (engels)
mora > moratorium
sed > ?

 

Oefening:
geef de betekenis van de volgende zinnen:

1. non ceditis Persis
2. poeta rosas filiae nautae dat
3. herba feris non placet
4. agricolae herbam vaccis non reperiunt
5. nautae non placent lacrimae filiae
6. poeta ianuam casae agricolae aperit
7. claudunt portas Belgis
8. poeta pecuniam agricolae debet
9. umbra silvarum feris placet
10. agricola filiae dicit : "aquam et herbas vaccis da!"

Je kunt hier de antwoorden vinden.