Correctie Les 52

Oefening 2 (indic > coni)

1. potestis: possitis: 2e meerv praes van posse: kunnen
2. divisi: diviserim: 1e enkv perf act van dividere: verdelen
3. vidimus: viderimus: 1e meerv perf act van videre: zien
4. visimus (2 keer): visamus: 1e meerv praes act;
viserimus: 1e meerv perf act van videre: bezoeken
5. iungebatis: iungeretis: 2e meerv imperf act van iungere: verbinden
6. crediderunt: crediderint: 3e meerv perf act van credere: geloven, (toe)vertrouwen
7. eramus: essemus: 1e meerv imperf van esse: zijn
8. fuistis: fueritis: 2e meerv perf van esse: zijn
9. soluti sunt: soluti sint: 3e meerv perf pass van solvere: losmaken; betalen
10. conditur: condatur: 3e enkv praes pass van condere: stichten; verbergen
11. creditis: credatis: 2e meerv praes act van credere: geloven, (toe)vertrouwen
12. arcessivit: arcessiverit: 3e enkv perf act van arcessere: ontbieden
13. relicti sumus: relicti simus: 1e meerv perf pass van relinquere: verlaten, achterlaten
14. quaesita es: quaesita sis: 2e enkv perf pass (vrouwelijk) van quaerere: zoeken, vragen
15. quaesivisti: quaesiveris: 2e enkv perf act van quaerere: zoeken, vragen

Oefening 3 (coni > indic)

1. solvamur: solvimur: 1e meerv praes pass van solvere: losmaken, betalen
2. quaesiveritis: quaesivistis: 2e meerv perf act van quaerere: zoeken, vragen
3. petiveris: petivisti: 2e enkv perf act van petere: trachten te bereiken, vragen
4. iaceres: iacebas: 2e enkv imperf act van iacere: liggen
5. condideritis: condidistis: 2e meerv perf act van condere: stichten; verbergen
6. vicerint: vicerunt: 3e meerv perf act van vincere: overwinnen
7. pulsi sitis: pulsi estis: 2e meerv perf pass van pellere: verdrijven
8. peterent: petebant: 3e meerv imperf act van petere: trachten te bereiken, vragen
9. legamus: legimus: 1e meerv praes act van legere: lezen
10. reliquerimus: reliquimus: 1e meerv perf act van relinquere: verlaten, achterlaten
11. potuerit: potuit: 3e enkv perf van posse: kunnen
12. possemus: poteramus: 1e meerv imperf van posse: kunnen
13. iacuerint: iacuerunt: 3e meerv perf act van iacere: liggen
14. iunctum sit: iunctum est: 3e enkv perf pass (onzijdig) van iungere; verbinden
15. crediderim: credidi: 1e enkv perf act van credere: geloven, (toe)vertrouwen