XLVI.
Substantivum - zelfstandig naamwoord
In les 38 is de derde declinatie
behandeld. In deze les 46 zal het gaan om een aantal afwijkende woorden, die bij
deze verbuigingsgroep horen. Bovendien behandelt Kox
de zogenaamde i-stammen.
i - stammen
Woorden met een -i- in de stam worden
bijna volledig verbogen met de uitgangen van de derde
declinatie. Alleen de genitivus meervoud eindigt niet
op -um, zoals bij patrum,
maar op -ium. Sommige
woorden kunnen de ablativus enkelvoud op -i vormen,
maar je vindt ook -e, net als bij patre. Onzijdige woorden met
een -i- in de stam hebben het meervoud nom. en acc. op
-ia. Enkele woorden vormen de acc. sing. met -im en de
abl. sing. met -i.
Er bestaat een uitgebreide serie regels om te bepalen
of en waar die -i- in de acc. sing., abl. sing. en
gen. plur. optreedt. Kox zal deze regels niet volledig
behandelen. In de praktijk levert die -i- geen
problemen op. Na verloop van tijd en vele bladzijden
Latijnse lectuur weet je meestal wel, of een woord de
gen. meervoud met -ium vormt. Alleen als je zelf
correct Latijn wil schrijven, moet je deze regels tot
in détail kennen.
Nu: een aantal voorbeelden, en enkele
regels:
ars : kunst,
techniek :
ars
artis
arti
artem
arte
artes
artium
artibus
artes
artibus
ars verbuigt net als pater, afgezien van de gen.
plur.
Regel: woorden die in de nom. eindigen op -rs en -ns
hebben een gen. plur. op -ium.
Dus
de gen. meervoud van mors,
mortis : de dood, is : mortium.
De gen. meerv. van fons, fontis
: bron, is : fontium.
hostis : vijand :
hostis
hostis
hosti
hostem
hoste
hostes
hostium
hostibus
hostes
hostibus
hostis verbuigt net als pater, afgezien van de gen.
plur.
Regel: woorden met tweelettergrepige nom. én
gen. enkelvoud hebben gen. plur. op -ium.
Dus
de gen. meerv. van collis,
collis : heuvel, is : collium.
De gen. meerv. van finis, finis
: einde, grens, is : finium.
(Maar canis, canis :
hond, is hier weer een uitzondering op: canum is gen. plur.)
mare (neutr): zee :
mare
maris
mari
mare
mari
maria
marium
maribus
maria
maribus
Regel:
onzijdige woorden op -e en -al hebben een -i- in de
abl. enkelv., de nom. en acc. meerv. en de gen. meerv.
Dus
de abl. sing. van animal,
animalis : dier, is : animali.
De acc. plur. van animal
is : animalia.
De
volgende woorden hebben een acc. sing. op -im, een
abl. sing. op -i, en de gen. plur. op -ium:
sitis, sitis : dorst
puppis, puppis :
achtersteven
turris, turris : toren
febris, febris : koorts
securis, securis : bijl
plaatsnamen op -is (exempli
gratia: Neapolis)
Dus:
sitis
sitis
siti
sitim
siti
sites
sitium
sitibus
sites
sitibus
Afwijkende
woorden
Iuppiter, de heerser van goden
en mensen, heeft zijn eigen rijtje:
Iuppiter
Iovis
Iovi
Iovem
Iove
vis : geweld, kracht :
vis
gen. -
dat. -
vim
vi
vires
virium
viribus
vires
viribus
bos : rund, koe :
bos
bovis
bovi
bovem
bove
boves
boum
bobus / bubus
boves
bobus / bubus
Leer
de volgende woorden:
animal,
animalis (n): dier, levend wezen
ars, artis : kunst
bos, bovis : rund
canis, canis : hond
caput, capitis (n): hoofd
collis, collis (m) : heuvel
cor, cordis (n): hart
finis, finis : grens; einde
fons, fontis : bron
frater, fratris : broer
hostis, hostis : (staats)vijand
ignis, ignis : vuur
Iuppiter, Iovis : Jup(p)iter
lac, lactis : melk
mare, maris (n): zee
mons, montis : berg
mors, mortis : dood
navis, navis : schip
Neapolis, Neapolis : Napels
nubes, nubis : wolk
os, ossis (n): bot, been
pars, partis : (ge)deel(te); kant
pater, patris : vader
piscis, piscis : vis
salus, salutis : redding, heil, gezondheid
sanguis, sanguinis : bloed
sedes, sedis : zetel, (woon)plaats
sitis, sitis : dorst
turris, turris : toren
urbs, urbis : stad
vas, vasis : vaas, kan
vasa, vasorum etc: bagage, vaatwerk
vis : geweld, kracht
Onthoud
de woorden door associatie:
animal
> animatie; animal (en)
ars > artistiek
bos > boeoe !!
canis > canine (en)
caput > capital (en)
collis > col (Tour de France); colline (fa)
cor > coeur (fa)
finis > finish
fons > fontein
frater > frère (fa)
hostis > hostility (en)
ignis > ignite (en)
Iuppiter > Juppiter
lac > lait (fa)
mare > marine
mons > mont (fa)
mors > morsdood, mortaliteit
navis > nauta; navigatie
Neapolis > Napoli
nubes > ?
os > ostuarium ?
pars > part
pater > vader; père (fa)
piscis > piscine (fa)
salus > salute! saluut
sanguis > sang (fa)
sedes > sedére; sediment
sitis > ?
turris > toren
urbs > Urbi et Orbi (paus in Vatikaan)
vas > vaas
vis > virulent
Oefening (oefen je kennis van de
rijtjes en je woordenschat):
Bepaal de naamval en de betekenis :
1.
artium
2. sitim
3. ignem
4. morti
5. ossium
6. maria (2 keer)
7. hostium
8. pedibus (2 keer)
9. animalia (2 keer)
10. cor (2 keer)
11. monte
12. collibus (2 keer)
13. naves (2 keer)
14. patrum
15. piscibus (2 keer)
16. nubem
17. Neapoli (2 keer)
18. sedis
19. turrim
20. lac (2 keer)
21. sanguinem
22. partibus (2 keer)
23. virtutes (2 keer)
24. finis (2 keer)
25. tempora (2 keer)
26. lege
27. fontium
28. itinerum
29. vi
30. canum
31. consuli
32. solis
33. lumina (2 keer)
34. urbe
35. vasorum
36. peditem
37. fratrum
38. Iovi
39. boum
40. capita (2 keer)
41. vim
42. salutem
43. animalium
44. artis
45. navis (2 keer)
46. viribus (2 keer)
47. turri (2 keer)
48. montem
49. Iove
50. urbium
Kijk
na: KLIK
HIER.
|