Correctie Les 35

Oefening 2

1. Magister noster severus nuper nos puniverat:
Onze strenge meester had ons kort geleden gestraft.
2. Cur pecunia mea tibi data est?
Waarom is mijn geld aan jou gegeven?
3. Mihi poculum vini da, puer!
Geef mij een beker wijn, jongen!
4. Nobis in animo fuerat vos e periculo servare:
Wij waren van plan geweest jullie uit het gevaar te redden.
5. Ego et amicus meus vobiscum heri in fluvio navigavimus:
Mijn vriend en ik hebben gisteren met jullie op de rivier gevaren.
6. Cur filia mea abs te punita est?
Waarom is mijn dochter door jou gestraft?
7. Nobiscum de muro alto desili, amice!
Spring samen met ons van de hoge muur, vriend!
8. A vobis proelio superari non possumus:
Door jullie kunnen wij niet in een gevecht worden overwonnen.
9. Multi vestrum in scholam non venerant, quia aegri erant:
Velen van jullie waren niet naar school gekomen, omdat zij ziek waren.
10. Vos heri in Foro Romano vidimus:
Wij hebben jullie gisteren op het Forum Romanum gezien.
11. Non mihi, sed tibi mora data est:
Niet aan mij, maar aan jou is uitstel gegeven.
12. Pauci nostrum saevis tranquilli in undis sunt:
(Slechts) weinigen van ons zijn kalm in woeste golven.
13. Abs te copiae nostrae profligatae in castra reductae sunt:
Door jou zijn onze verslagen troepen naar het legerkamp teruggeleid.
14. Postquam portae apertae sunt, tu et filiae tuae oppidum intravistis:
Nadat de poorten geopend waren, gingen jij en jouw dochters de (vesting)stad binnen.