Correctie Les XXII

Oefening 1

1. poculum vini potare possumus:
Wij kunnen een beker wijn drinken.
2. multum vini potare non debes:
Jij moet niet veel wijn drinken.
3. in Campo Martio multos equos magnumque vaccarum numerum videbamus:
Op het Marsveld zagen wij veel paarden en een groot aantal koeien.
4. satis frumenti in castris non erat:
Er was niet genoeg koren in het legerkamp.
5. ex Africa semper aliquid novi:
Uit Afrika altijd iets nieuws.
6. magna frumenti copia exportabatur:
Een grote hoeveelheid graan werd uitgevoerd.
7. in Roma antiqua magnus statuarum numerus spectari poterat:
In het oude Rome kon een groot aantal standbeelden gezien worden / kon men ... zien.
8. nihil novi de captivis audiebatur:
Er werd niets nieuws / helemaal geen nieuws over de krijgsgevangenen gehoord.
9. ubi terrarum sumus?:
Waar van de landen = ter wereld zijn wij?
10. tantum pecuniae non habeo:
Zoveel geld heb ik niet.

Oefening 2

1. populi ante avunculi villam altae sunt:
De populieren voor het huis van oom zijn hoog (predicatief).
2. poetae filia magnum verorum amicorum numerum habebat:
De dochter van de dichter had een groot (attributief) aantal echte (attrib.) vrienden.
3. gloria Romanorum victoriae magna erat:
De roem van de overwinning van de Romeinen was groot (pred.).
4. multi Romanorum dominorum servi Graeci clari erant:
Veel (attrib.) slaven van Romeinse (attrib.) meesters waren beroemde Grieken:
beroemde is attrib. gebruikt bij Grieken, beroemde Grieken samen genomen is naamwoordelijk deel van het gezegde (pred. gebruikt).
5. magno cum periculo e Gallia in Africam navigabas:
Met groot (attrib.) gevaar voer jij uit Gallië naar Afrika.
6. via per silvas in oppidum longa et periculosa est:
De weg door de bossen naar de vestingstad is lang en gevaarlijk(pred.).
7. oppidani bona e flammis saevis servare studebant:
De stedelingen deden hun best hun goederen uit de woeste (attrib.) vlammen te redden.
8. a Foro Romano in viam Appiam ambulare solebamus:
Wij hadden de gewoonte van het Forum Romanum (attrib.) naar de Via Appia (attrib.) te wandelen.
9. poetae clari magnam patriae gratiam merent:
Beroemde (attrib.) dichters verdienen grote (attrib.) dank van het vaderland.
10. incendio magno multa Romae aedificia delebantur:
Door een grote (attrib.) brand werden vele (attrib.) gebouwen in Rome verwoest.
11. legatus copias per densas Germaniae silvas ad Rhenum reducere vix poterat:
De onderbevelhebber kon zijn troepen met moeite door de dichte (attrib.) wouden van Germanië naar de Rijn terugleiden.
12. ad lunae radios Thisbe saevam videt leaenam et obscurum cedit in antrum:
Bij de stralen van de maan ziet Thisbe een woeste (attrib.) leeuwin en wijkt uit naar een donkere (attrib.) grot.