XIV.
A.
Infinitivus als aanvulling
vincere
non possumus : wij kunnen niet overwinnen
Net
als in het Nederlands, worden werkwoorden zoals
'moeten' en 'kunnen' vaak of altijd aangevuld door
een heel werkwoord. In bovenstaande voorbeeldzin is
de infinitivus vincere
de aanvulling bij non possumus.
Oefening
1:
geef de betekenis van de volgende zinnetjes:
1.
amare debent
2. incendere audetis
3. convenire coguntur
4. ianuam aperire non possunt
5. discere potestis
6. epistula scribi potest
7. patriam defendere debes
8. terreri non possunt
9. puellae ludere debent
10. navigare non audemus
Controleren:
klik
hier.
B.
Ablativus bij het passief
procella
terrentur : zij worden door de storm banggemaakt
a Belgis terrentur : zij worden door de Belgen
banggemaakt
ab agricolis terrentur : zij worden door de boeren
banggemaakt
In
lijdende zinnen staat de persoon of zaak waardoor de
handeling wordt verricht doorgaans in de ablativus.
Bij levende wezens gaat aan de ablativus het
voorzetsel a of ab vooraf: a wordt gebruikt voor medeklinkers,
ab voor
klinkers en de h.
In de voorbeeldzinnen zijn
procella, Belgis en agricolis ablatieven.
Omdat het bij Belgis en agricolis om levende
wezens gaat, wordt het voorzetsel a(b) gebruikt: a voor Belgis, omdat dat met de medeklinker B
begint, ab voor agricolis, dat immers begint met de klinker
a.
Oefening
2:
geef de betekenis van de volgende zinnen:
1.
hastis terremini
2. a Belgis armamur
3. profligantur a Persis
4. ab incolis insulae defendimur
5. Iuppiter ira movetur
6. rosae a puellis carpuntur
7. femina epistula nautae terretur
8. Gallia a Celtis habitatur
9. nautae undis terreri non possunt
10. cur patria a Persis non defenditur?
Nakijken:
klik
hier.
|