Correctie Les 13
Oefening 1
1. mittimur: wij worden gestuurd
2. hauriri: te worden geschept
3. coguntur: zij worden gedwongen
4. convenimus: wij komen bijeen
5. ducor: ik word geleid
6. sepelitur: hij wordt begraven
7. aperiuntur: zij worden geopend
8. pelleris: jij wordt verdreven
9. incendi: in brand te worden gestoken
10. audiris: jij wordt gehoord
11. dividimur: wij worden verdeeld
12. desilite: spring(t) omlaag!
13. contendis: jij haast je / marcheert / strijdt
14. reperiris: jij wordt gevonden
15. vincimini: jullie worden overwonnen
16. carpitur: hij wordt geplukt
17. cedite: wijk(t)! gaat!
18. consuluntur: zij worden geraadpleegd
19. claudi: te worden gesloten
20. defendimini: jullie worden verdedigd
21. puniris: jij wordt gestraft
22. sentiunt: zij voelen / merken
23. venimus: wij komen
24. audi: hoor! luister!
25. contende: haast je! marcheer! strijd!
Oefening 2
1. 3e pers mv pass mittere:
mittuntur : zij worden gestuurd
2. 2e pers ev pass pellere: pelleris: jij wordt
verdreven
3. 1e pers ev act desilire: desilio: ik spring omlaag
4. 1e pers mv pass mittere: mittimur: wij worden
gestuurd
5. 2e pers mv act convenire: convenitis: jullie komen
bijeen
6. 3e pers ev pass pellere: pellitur: hij wordt
verdreven
Oefening 3
1. cogo -> cogor
2. contenditis -> contendimini
3. conveniunt -> conveniuntur
4. desilimus -> desilimur
5. incendis -> incenderis
6. mittit -> mittitur
|