XI.

Het zelfstandig naamwoord - substantivum
Naamwoordelijk deel van het gezegde

 

Sumus agricolae
Wij zijn boeren

Esse fungeert in het Latijn op dezelfde manier als zijn in het Nederlands als koppelwerkwoord.
In bovenstaande zin is 'wij' onderwerp, 'zijn' is een koppelwerkwoord en 'boeren' is het naamwoordelijk deel van het gezegde.
In het Latijn staat het naamwoordelijk deel van het gezegde evenals het onderwerp in de nominativus.

 

Leer de volgende woorden:

Celta : Kelt
Italia : Italië
paeninsula : schiereiland
rixa : ruzie

 

Oefening :
geef de betekenis van de volgende zinnen:
(het rijtje van esse vind je in les 5)

1. poeta es
2. incolae estis Galliae
3. filiae agricolae sumus
4. Italia non est insula, sed paeninsula
5. Gallia est terra Celtarum
6. ira Belgarum causa est rixarum
7. vaccae non sunt ferae
8. incolae insulae piratae sunt

Nakijken: klik hier!

Herhalingsoefening :
geef de betekenis van de volgende zinnen:
let op de naamvallen!

1. undae nautas terrere non possunt
2. spumam undarum videre non possumus
3. cur femina casam rosis non ornat?
4. cum piratis pugnare non potestis, agricolae!
5. scribere epistulam poetae debes, femina!
6. Alexander copias Persarum non timet
7. pecunia causa rixae esse potest

Nakijken: klik hier!