X.

Het zelfstandig naamwoord - substantivum
1e declinatie
Naamval : ablativus

 

Poeta casam rosis ornat.
De dichter versiert zijn huisje met rozen.

Saepe cum filia nautae ambulo.
Ik wandel vaak samen met de dochter van de zeeman.

De ablativus wordt voornamelijk gebruikt om de handeling van het werkwoord nader te bepalen.
In de eerste voorbeeldzin hierboven geeft de ablativus aan,
waarmee/ met behulp van wat het huisje versierd wordt. Het Latijn heeft hier geen voorzetsel nodig, het Nederlands vereist het voorzetsel 'met'.
In de tweede zin geeft de ablativus aan,
samen met wie ik wandel. Het Latijn gebruikt hier net als het Nederlands een voorzetsel: cum = (samen) met.

Met de ablativus hebben wij nu alle 5 de Latijnse naamvallen gezien. Het complete rijtje:

nom. ev. : rosa
gen. ev. : rosae
dat. ev. : rosae
acc.ev. : rosam
abl. ev. : rosa

nom. mv. : rosae
gen. mv. : rosarum
dat. mv. : rosis
acc. mv. : rosas
abl. mv. : rosis

Je ziet, dat de ablativus enkelvoud gelijk is aan de nominativus enkelvoud. Strikt genomen is dat trouwens niet waar: de -a in de nom. is kort, de -a in de abl. is lang. In de uitspraak was er dus wel verschil te horen: rosa tegenover rosaaa. Dit verschil in klinkerlengte wordt in het schrift niet weergegeven.
De ablativus meervoud is gelijk aan de dativus meervoud.

Handige Regel: in het meervoud zijn de vormen van de dativus en de ablativus altijd aan elkaar gelijk! (Geldt ook voor andere declinaties)

 

Leer de volgende woorden:

abundare + abl. : overvloeien van
cum + abl. : (samen) met
hasta : lans
incola : inwoner
insula : eiland
pirata : zeerover
pugna : gevecht, slag
saepe : dikwijls, vaak
semper : altijd

Onthoud de woorden door ze te verbinden met kennis, die je al hebt:

abundare > abundant (engels); abondance (frans)
cum > con (italiaans); cum laude = met lof
hasta > ?
incola > ?
insula > Insel (duits); isola (italiaans); insulair
pirata > piraat
pugna > pugnacious (engels); pugilist = bokser
saepe > ?
semper > sempre (italiaans)

 

Oefening 1:
geef de betekenis van de volgende zinnen:

1. Belgae saepe pugnant cum piratis
2. pugna incolas insulae vincimus
3. armate copias hastis!
4. Germania abundat aqua
5. cum filia nautae ludere non debetis, puellae!
6. piratae agricolas hastis terrent
7. videtis nautam cum filiis
8. semper patriam copiis defendite!
9. cum piratis pugnate!
10. cum piratis praedam dividere non debemus

Kijk hier na!

Oefening 2:
in welke naamval staan de volgende woorden?

1. puellas
2. patriae (3 keer)
3. agricolam
4. pugnis (2 keer)
5. praedarum

Klik hier voor de antwoorden!