Correctie
Les 81 Oefening 1: 1. achtentwintig ruiters (28) 2. driehonderd jaren later (300) 3. in eenennegentig dagen (91) 4. gedurende negen maanden (9) 5. deze duizenden mannen (dat. of abl.) 6. een muur, zestien voet(en) hoog (16) 7. na die drie winters (3) 8. achtenzestig koeien (68) 9. tweeëntachtig jaar oud (82) 10. met dertienhonderd en tien soldaten (1310) 11. zevenenzestigduizend krijgsgevangenen (67.000) 12. een vloot van zeshonderd schepen (600) 13. meer dan drieduizend soldaten (3.000) 14. niet minder dan negentienhonderd (1900) 15. vijftigduizend tweehonderd (50.200) 16. achttienhonderdeenentwintig (1821) Oefening 2: 1. Wie weet niet, dat Hercules twaalf zware werken heeft volbracht? 2. Alexander de Grote overleed drieëndertig jaar oud in Babylon. 3. Vijf dagen geleden is mij een brief van mijn broer gebracht. 4. Caesar liet een muur optrekken tot een hoogte van zestien voet. 5. De reizigers bereikten vanuit Roma in drie dagen Brundisium; na daar drie dagen te hebben verbleven staken ze over naar Griekenland. 6. Tussen de stad en de rivier wordt een muur opgetrokken van honderd voet lang, twee voeten breed, twintig voet hoog. 7. Er is overgeleverd, dat Britannicus veertien jaar oud door Nero met vergif is gedood. 8. In dit gevecht vielen zevenentachtig vijanden, (en/maar) niet meer dan veertig Romeinen. 9. Er wordt verteld, dat Pyrrhus bij Heraclea achttienhonderd Romeinen gevangen heeft genomen. 10. Op die dag zijn iets minder dan zevenhonderd soldaten verloren. 11. De consul Gnaeus Servilius was met een vloot van honderdentwintig schepen naar Afrika overgestoken. 12. Wij lezen bij Livius, dat bij het oversteken van de Alpen Hannibal zesendertigduizend man(nen) heeft verloren. 13. Er wordt overgeleverd, dat bij Cannae vijfenveertigduizend vijfhonderd Romeinse infanteristen, (en) tweeduizend zevenhonderd / zevenentwintighonderd ruiters zijn gesneuveld. Oefening 3: 1. In het derde jaar van de tweede Punische oorlog versloeg Hannibal de Romeinen bij Cannae. 2. Hannibal kwam in de vijfde maand vanuit Carthago Nova in Italia aan. 3. In het (negenenzeventigste) jaar 79 na (de geboorte van) Christus zijn Pompeii en Herculaneum door een uitbarsting van de Vesuvius vernietigd. 4. Op de gevel wordt gelezen / kun je lezen, dat dit huis in het (vijftienhonderdachtenzestigste) jaar 1568 gebouwd is. Dat jaar is het eerste van de oorlog, die onze voorouders gedurende tachtig jaren met de Spanjaarden hebben gevoerd. 5. De Helvetii worden aan één kant door de rivier de Rijn, aan de tweede kant door het Jura-gebergte, aan de derde kant door het meer van Leman en de rivier de Rhone ingesloten. 6. Tarquinius Superbus, de laatste koning van de Romeinen, is in het (vijfhonderdentiende) jaar 510 voor (de geboorte van) Christus uit Rome verdreven. Toen Tarquinius was verdreven, waren/werden Brutus en Collatinus de eerste consuls. 7. Vier legioenen overwinterden daar, het eerste, het elfde, het vijftiende en het tweeëntwintigste. 8. In het vierendertigste jaar na de lange kringloop van eeuwen kwam de vogel Phoenix naar Egypte, zoals wordt overgeleverd. Oefening 4: 1. Tien maal tien (zijn =) is honderd. 2. De oproerige soldaten wensten, dat zij ieder één denarius verdienden, (en) dat het zestiende jaar soldij de krijgsdienst beëindigde. 3. De weg tussen het Jura-gebergte en de rivier de Rhone was zo nauw en moeilijk, dat met veel moeite daarlangs telkens één vrachtwagen kon worden geleid / de vrachtwagens één voor één werden geleid. 4. Drie legerkampen leken door de vijanden te zijn veroverd. 5. Aan Tiberius Gracchus zijn twee legioenen gegeven - die bestonden uit ieder vierduizend infanteristen en driehonderd ruiters - en van de bondgenoten zestienduizend infanteristen en achttienhonderd ruiters. 6. Na de slag bij Cannae was in twee Romeinse legerkampen (slechts) een halfgewapende menigte zonder aanvoerders. 7. Aeneas probeerde drie maal tevergeefs het beeld / de schim van zijn vrouw te omarmen. 8. Vijf of zes maal probeerden de barbaren de muren te beklimmen, altijd zijn ze met grote verliezen teruggedreven. 9. Niet één keer, maar telkens weer heb ik jou dit aangeraden; waarom je niet hebt geluisterd weet ik niet. |