Correctie Les 79

Oefening 1 :
Determineer en vertaal de volgende werkwoordsvormen als in het voorbeeld:


Voorbeeld:
hortor : 1e persoon enk praes: ik spoor aan

1. laetantur : 3e mv praes: zij verheugen zich
2. adhortaris : 2e ev praes: jij spoort aan
3. conari : inf praes: pogen, trachten, proberen
4. admiraturus esse : inf fut: zullen bewonderen
5. cunctabamini : 2e mv imperf: jullie aarzelden
6. populantium : part praes act gen mv ml vrl onz: verwoestend, plunderend
7. vagati sunt : 3e mv perf: zij hebben rondgezworven
8. obtestati essent : 3e mv plqpf coni: zij hadden bezworen
9. imitabimur : 1e mv fut: wij zullen nabootsen
10. hortare ! : imperat ev: spoor aan!
11. cunctamini (2 keer) : 2e mv praes: jullie aarzelen; imperat mv: aarzel(t)!
12. conatae estis : 2e mv perf: jullie hebben gepoogd, geprobeerd
13. imitantur : 3e mv praes: zij bootsen na
14. consolatus esse : inf perf: getroost hebben
15. admiratus erat : 3e ev plqpf: hij had bewonderd
16. consolandi : gerundium gen: (van) het troosten
17. laetando (2 x) : gerundium dat abl: (voor) (door) het zich verheugen
18. populati erunt : 3e mv futex: zij zullen hebben verwoest, geplunderd
19. comitandus : gerundivum nom ev ml: begeleid moetende worden
[comitandus est: hij moet begeleid worden]
20. conspicantibus (2 x) : part praes dat abl mv alle geslachten: gewaar wordend
21. miraberis : 2e ev fut: jij zult bewonderen
22. ad cunctandum : gerundium acc: om te aarzelen
23. morati sunt : 3e mv perf: zij hebben vertoefd, vertraagd, doen wachten, uitgesteld
24. palantibus (2 x) : part praes dat abl mv alle geslachten: rondzwervend
25. ut admiremur : 1e mv praes coni: opdat wij bewonderen
26. si vagati essent : 3e mv plqpf coni: als zij rondgezworven hadden
27. palaretur : 3e ev imperf coni: hij zwierf rond
28. vagaturus esse : inf fut: zullen rondzwerven
29. laetemur ! : 1e mv praes coni (adhortativus): laten wij ons verheugen!
30. ad imitandum : gerundium acc: om na te bootsen
31. cum comitati essent : 3e mv plqpf coni: toen / nadat / omdat / hoewel zij hadden begeleid
32. hortatus eras
: 2e ev plqpf: jij had aangespoord

Oefening 2 : Determineer en vertaal als bij oefening 1:

1. videntur : 3e mv praes: zij schijnen, lijken
2. veremur : 1e mv praes: wij vrezen
3. tutata est : 3e ev perf: zij heeft beschermd
4. rebaris : 2e ev imperf: jij meende
5. videretur : 3e ev imperf coni: hij scheen, leek
6. tuentis : part praes gen ev ml vrl onz: beschermend
7. polliciturae (3 keer) : part fut gen dat ev nom mv vrl: zullende beloven
8. miseritus esset : 3e ev plqpf coni: hij had medelijden gehad met
9. ne vereamur! : 1e mv praes coni (prohibitivus): wij moeten niet vrezen!
10. confessus es : 2e ev perf: jij hebt bekend / bekende
11. polliceberis : 2e ev fut: jij zal beloven
12. merereris : 2e ev imperf coni: jij verdiende
13. medebuntur : 3e mv fut: zij zullen genezen
14. rati erunt : 3e mv futex: zij zullen hebben gemeend
15. videatur : 3e ev praes coni: hij lijkt
16. tuebitur : 3e ev fut: hij zal beschermen
17. miserebatur : 3e ev imperf: hij had medelijden
18. pollicita es : 2e ev perf: jij hebt beloofd / beloofde
19. (scelus) fatendum est : (de misdaad) moet bekend worden: gerundivum nom ev onz
20. tueri : inf praes: beschermen
21. veriturus esse : inf fut: zullen vrezen
22. fatendo (2 keer) : gerundium dat abl: (voor)(door) het bekennen
23. fateberis : 2e ev fut: jij zult bekennen
24. merentium : part praes gen mv alle geslachten: verdienend
25. medemini (2 keer) : 2e mv praes: jullie genezen; imperat mv: genees(t)!
26. confessae erant : 3e mv plqpf: zij hadden bekend
27. miserere ! : imperat ev: heb medelijden!
28. rata est : 3e ev perf: zij heeft gemeend / meende
29. meriti essetis : 2e mv plqpf coni: jullie hadden verdiend
30. visus est : 3e ev perf: hij heeft geschenen / geleken / hij scheen / leek
31. mederentur : 3e mv imperf coni: zij genazen
32. tuearis : 2e ev praes coni: jij beschermt

Oefening 3 :
Vertaal de volgende zinnen:


1. Fateri coactus sum me huic gravissimo morbo mederi non posse.
Ik ben gedwongen te bekennen, dat ik deze zeer ernstige ziekte niet kan genezen.
2. Postquam diu per silvas densissimas vagatus est, tandem laetans vestigia humana in harena conspicatus est.
Nadat hij lang door zeer dichte bossen had gezworven, ontwaarde hij tenslotte blij menselijke sporen in het zand. 
3. Uxor tristissima maritum in exsilium comitata esset, nisi maris periculis deterrita esset.
De zeer bedroefde echtgenote had haar man in zijn ballingschap begeleid, als zij niet was afgeschrikt

door de gevaren van de zee.
[coni. irrealis]
4. Quintus Fabius Maximus cunctando rem publicam servavisse videtur.
QFM lijkt door te aarzelen de republiek te hebben gered / Het lijkt, dat QFM door te aarzelen de staat heeft gered.
5. Huic viro, qui tam bene de patria meritus est, statua in foro ponetur.
Voor deze man, die zich zo verdienstelijk voor het vaderland heeft gemaakt, zal een standbeeld op het forum worden geplaatst.
6. Ter clamorem tollere conatus est, ter vox faucibus haesit.
Drie maal probeerde hij geschreeuw aan te heffen / te schreeuwen, drie maal bleef zijn stem in zijn keel vastzitten / stokte zijn stem in zijn keel.
7. Quae mora sit sociis, Cadmus miratur vestigatque viros. 
Cadmus vraagt zich af, welk oponthoud zijn makkers hebben en gaat op zoek naar de mannen.
[sit: coni. van de afhankelijke vraag.]
8. Ciceronis eloquentiam admirati sumus semperque admirabimur.
Wij bewonderden Cicero's welsprekendheid en zullen die altijd bewonderen.
9. Eam auxilium mihi pollicitam esse ratus eram.
Ik had gedacht, dat zij mij hulp beloofd had.
10. Castra tueamur, ne hostis ea populetur! 
Laten wij het kamp beschermen, opdat de vijand het niet verwoest / plundert! / om te voorkomen dat de vijand het verwoest / plundert!