Correctie Les 74

Oefening 1

1. aperiatur : 3e persoon enkelvoud praesens passivum coniunctivus : hij wordt geopend
2. vinctum iri : infinitivus futurum passivum : geboeid zullen worden
3. comperiam : 1e ev. praes. act. coni. of 1e ev. fut. act. (indic.) : ik verneem of ik zal vernemen
4. desiluistis : 2e mv. perf. act. : jullie sprongen naar beneden
5. hausisse : inf. perf. act. : te hebben geschept / opgeslurpt
6. sanctum sit : 3e ev. perf. pass. coni. : het is bekrachtigd / geheiligd
7. erudita esset : 3e ev. plqpf. pass. coni. : zij was ontwikkeld / onderricht
8. audiveras : 2e ev. plqpf. act. : jij had gehoord (nevenvorm: audieras)
9. ad serviendum : gerundium acc. : om te dienen
10. sepelivisti : 2e ev. perf. act. : jij hebt begraven
11. villa saepta : participium perf. passief (ppp) abl. ev. femininum : omheind landhuis
12. vinctum : ppp acc. ev. masculinum of nom. acc. ev. neutrum : geboeid, vastgebonden
13. repperistis : 2e mv. perf. act. : jullie hebben gevonden
14. punieris : 2e ev. fut. pass. : jij zal gestraft worden
15. finiendo : gerundi(v)um dat. of abl. : voor / door het begrenzen
16. convenient : 3e mv. fut. act. : zij zullen samenkomen
17. capite operto : ppp abl. ev. onzijdig : (met) bedekt hoofd
18. sepeliri : inf. praes. pass. : te worden begraven
19. saluerint : 3e mv. futex. act. of perf. act. coni. : zij zullen hebben gesprongen of zij hebben gesprongen
20. sancta (plur.) : ppp nom. acc. mv. onz. : geheiligd, bekrachtigd
21. operiunto : (ouderwetse) imperativus 3e meerv. : zij moeten bedekken
22. sensissemus : 1e mv. plqpf. act. coni. : wij hadden gevoeld / waargenomen
23. compereras : 2e ev. plqpf. act. : jij had vernomen
24. sepelientis : partic. praes. act. (ppa) gen ev. : begravend
25. vinum haustum : ppp nom. acc. ev. neutr. : opgeslorpte wijn
26. portae apertae : ppp nom. mv. vrl. : (ge)open(de) poorten
27. vincturo : partic. fut. act. (pfa) dat. of abl. ev. ml. of neutr. : zullende vastbinden / op het punt staande om te boeien / van plan vast te binden
28. aperietur : 3e ev. fut. pass. : hij zal worden geopend
29. oboedivissem : 1e ev. plqpf. act. coni. : ik had gehoorzaamd
30. finienda (plur.) : gerundivum neutrum mv. : die begrensd moeten worden
31. vinxeratis : 2e mv. plqpf. act. : jullie hadden geboeid
32. punituri : partic. fut. act. (pfa) gen. ev. of nom. mv. : zullende straffen
33. leni dolorem : imperativus ev. : verzacht het verdriet!
34. reppereram : 1e ev. plqpf. act. : ik had gevonden
35. saepserint : 3e mv. futex act. of perf. act. coni. : zij zullen hebben omheind / zij hebben omheind
36. nesciebatis : 2e mv. imperf. act. : jullie wisten niet