Correctie
Les 101 Oefening 1 :1. Orgetorix regni cupiditate inductus coniurationem nobilitatis fecit et civitati persuasit, ut de finibus suis exirent.Daartoe gebracht door het verlangen naar het koningschap organiseerde Orgetorix een samenzwering van de adel en overtuigde de gemeenschap om weg te gaan uit hun gebied. cupiditate: agens bij het passieve inductus. finibus suis: na het voorzetsel de, abl. separationis. 2. Mea opinione celerius spe hostis hic aderit. Naar mijn mening zal de vijand hier sneller dan de verwachting / dan we verwachten aanwezig zijn. spe: abl. comparationis, na celerius. 3. Plus duobus milibus hostium eo die caesi sunt. Meer dan tweeduizend vijanden zijn op die dag gedood. duobus milibus: abl. comparationis, na plus; eo die: abl. temporis, de tijd waarop. 4. Neocles Acarnanam uxorem ducit, ex qua natus est Themistocles. Neocles trouwde met een vrouw uit Acarnania, uit wie Themistocles is geboren. qua: abl. separationis. 5. Apud Germanos est genus animalium, qui uri appellantur. Hi sunt magnitudine paulo infra elephantos, specie et colore et figura tauri. Bij de Germanen is er een soort van dieren, die oerossen worden genoemd. Deze zijn qua grootte een beetje onder / kleiner dan olifanten, in uiterlijk en kleur en vorm als stieren. magnitudine: abl. respectus; specie, colore en figura: abl. respectus. 6. Miserum est carere consuetudine amicorum. Het is ellendig de omgang met vrienden te missen. consuetudine: abl. aanvulling bij carere. 7. In Catilinae coniuratione fuit Q. Curius, natus haud obscuro loco, quem censores senatu moverant. Bij de samenzwering van Catilina was (ook) Quintus Curius betrokken, geboren in een niet onaanzienlijke stand, die de censors uit de senaat hadden verwijderd. obscuro loco: abl. loci (metafoor); senatu: abl. separationis. 8. Non animo, non armis, non viribus pares Romanis Tarentini erant. Niet in moed, niet in wapenuitrusting, niet in krachten waren de inwoners van Tarente tegen de Romeinen opgewassen. animo, armis en viribus: abl. respectus. 9. Extemplo Libyae magnas it Fama per urbes, Fama, malum quo non aliud velocius ullum. Meteen gaat het Gerucht door de grote steden van Libye, een kwaad dan welk geen enkel ander kwaad sneller is. quo: abl. comparationis, na velocius. 10. Asia tam fertilis est, ut ubertate agrorum et varietate fructuum facile omnibus terris antecedat. Asia is zo vruchtbaar, dat het in vruchtbaarheid van de akkers en verscheidenheid van de vruchten makkelijk alle landen overtreft. ubertate en varietate: abl. respectus. 11. Captivi omnes consulis iussu (mandatu) Brundisio Romam sunt deportati. De krijgsgevangenen zijn op bevel (volgens de opdracht) van de consul vanuit Brundisium naar Rome overgebracht. iussu en mandatu: abl. ?; Brundisio: abl. separationis. 12. Nihil honestum esse potest, quod iustitia vacat. Niets kan eerlijk zijn, dat zonder rechtvaardigheid is. iustitia: abl. als aanvulling bij vacat. 13. Hic iuvenis erat forma decorus et armis equisque exercitatus. Deze jongeman was mooi van uiterlijk en getraind met wapens en paarden. forma: abl. respectus; armis en equis: abl. respectus, of instrumenti? (de keuze valt niet altijd mee ... KK) 14. Timore poenae perterriti consilia clam de bello inire incipiunt. Door angst voor straf doodsbang beginnen zij stiekem plannen te beramen met betrekking tot / voor een oorlog. Timore: agens bij het passieve perterriti; bello: abl. na het voorzetsel de. 15. Orabat pater P. Horatii, ne se orbum liberis facerent. De vader van Publius Horatius smeekte, dat zij hem niet beroofd van kinderen maakten. liberis: abl. aanvulling bij orbum. 16. Sapiens humana omnia inferiora virtute ducit. De wijze beschouwt alle menselijke dingen als minder waard dan de deugd. virtute: abl. comparationis, na inferiora. 17. Corbulo corpore ingens, verbis magnificus omnium ora in se vertebat. Corbulo, enorm van lichaam, schitterend met zijn woorden, keerde aller gezichten naar zich toe / wist ieders aandacht te trekken. corpore: abl. respectus; verbis: abl. respectus. 18. Longius necessario hostem persecuti ab equitibus exercitu interclusi sunt. Toen zij verder dan noodzakelijk de vijand achtervolgden zijn zij door ruiters van het leger afgesneden. necessario: abl. comparationis, na longius; equitibus: agens na het passieve interclusi sunt, met voorzetsel ab; exercitu: abl. separationis. Oefening 2 : 1. Ubi dies, quae edicta erat, advenit, equites equis armisque instructi aderant. Toen de dag die was afgekondigd aanbrak, waren de ruiters uitgerust met paarden en wapens aanwezig. equis en armis: abl. instrumenti. 2. Masinissa parte exercitus cum filio iuvene missa imperat, ut hostem a tergo invadat. Masinissa stuurde een deel van het leger weg met zijn jonge zoon, om de vijand in de rug aan te vallen. (parte ... missa: abl. abs.) filio: abl. na voorzetsel cum; tergo: abl. separationis, na voorzetsel a(b): vanuit. 3. Via Flaminia contendens tribus diebus Romam pervenit. Over de Via Flaminia marcherend bereikte hij in drie dagen Rome. Via Flaminia: abl. van de weg waarlangs; tribus diebus: abl. temporis. 4. Proelio victae legiones castris continebantur. Nadat zij in het gevecht waren overwonnen, werden de legioenen binnen het kamp gehouden. Proelio: abl.instrumenti ?; castris: abl. instrumenti. 5. Laude digni sunt Athenienses, qui viribus freti ad Marathonem Persas abundantes multitudine profligaverunt. De Atheners zijn lof waard, die vertrouwend op hun krachten bij Marathon de Perzen versloegen, hoewel die een overvloed van menigte hadden / met veel meer waren. Laude: abl. aanvulling bij digni; multitudine: abl. aanvulling bij abundantes, of abl. respectus. 6. Equites nostri cum funditoribus sagittariisque flumen transgressi hostem proelio lacessere coeperunt. Onze ruiters, samen met de slingeraars en oogschutters de rivier overgestoken, begonnen de vijand door een gevecht / tot een gevecht te provoceren. funditoribus en sagittariis: abl. na voorzetsel cum; proelio: abl. instrumenti of dativus finalis? 7. Suebi a pueris nullo officio aut disciplina adsuefacti nihil omnino contra voluntatem faciunt. De Suebi zijn van jongs af aan aan geen enkele plicht of discipline gewend gemaakt en doen helemaal niets tegen hun zin. nullo officio en disciplina: abl. aanvulling na adsuefacti. (Het werkwoord adsuefacere kan ook een dativus krijgen of een constructie met het voorzetsel ad.) 8. Orgetorix dixit perfacile esse Helvetiis totius Galliae imperio potiri. Orgetorix zei, dat het doodsimpel was voor de Helvetii om zich meester te maken van de macht over geheel Gallia. imperio: abl. aanvulling bij potiri. 9. Cum tridui viam processisset, nuntiatum est Caesari Ariovistum cum omnibus copiis ad Vesontionem occupandum contendere. Toen hij drie dagen verder op weg was gegaan, is aan Caesar bericht, dat Ariovistus met alle troepen optrok om Vesontio te bezetten. omnibus copiis: abl. na voorzetsel cum. 10. Ductores Danaum instar montis equum divina Palladis arte aedificant. De aanvoerders van de Grieken bouwen met de goddelijke kunst van Pallas (Athena) een paard, zo groot als een berg. divina arte: abl. instrumenti. (Het houten paard bij Troje.) 11. Ante signa locati sunt elephanti, quo auxilio post bellum Punicum Romani primum usi sunt. Voor de veldtekens zijn de olifanten opgesteld, welk hulpmiddel / een hulpmiddel dat de Romeinen het eerst hebben gebruikt na de Punische oorlog. quo auxilio: abl. aanvulling bij usi sunt. 12. A militibus vallum arboribus saeptum struebatur. Door de soldaten werd een met bomen omheinde wal gebouwd. militibus: agens bij het passieve struebatur, na het voorzetsel a; arboribus: abl. instrumenti. 13. Cum in Italiam proficisceretur, Caesar Galbam cum legione duodecima et parte equitatus in Nantuates misit. Toen hij naar Italia vertrok, stuurde Caesar Galba met het twaalfde legioen en een deel van de ruiterij naar de Nantuates. legione duodecima en parte: abl. na voorzetsel cum. 14. Laelius postero die naves praeda onustas ab Hippone solvit. De volgende dag bevrijdt? of koopt? Laelius de met buit beladen schepen van Hippo. postero die: abl. temporis; praeda: abl. aanvulling bij onustas, of abl. instrumenti. 15. Verres duo fratres Cibyrates secum habebat, ut in furando manibus suis, oculis eorum uteretur. Verres had twee broers uit Cibyra bij zich, opdat hij bij het stelen zijn eigen handen, maar hun ogen kon gebruiken. manibus suis en oculis: abl. aanvulling bij uteretur. 16. Masinissa cum in spelunca occulta herbis curaret vulnus, duorum equitum latrocinio per dies aliquot vixit. Toen Masinissa in een verborgen spelonk zijn wond verzorgde met kruiden, leefde hij (nog) een aantal dagen door de roverij van twee ruiters. herbis: abl. instrumenti; latrocinio: abl. instrumenti. 17. Inter fines Helvetiorum et Allobrogum Rhodanus fluit, qui nonnullis locis vado transitur. Tussen het gebied van de Helvetii en de Allobrogen stroomt de Rhone, die op enkele plaatsen doorwaadbaar is. nonnullis locis: abl. loci. |