Claudianus:
De cristallo cui aqua inerat


Claudianus over kristal waar water in zit

Kox volgt de tekst van de LOEB-editie van Maurice Platnauer uit 1922.

(Gaat het hier om enhydro agaat, watersteen?)

XXXIII (LXVI)

Possedit glacies naturae signa prioris
   et fit parte lapis, frigora parte negat.
Sollers lusit hiems, imperfectoque rigore
   nobilior vivis gemma tumescit aquis.

Werkvertaling:
Het ijskristal bezit tekenen van zijn vroegere natuur
en wordt voor een deel steen, voor een deel weigert het de kou.
De winter heeft een slim spel gespeeld, en door de onvolledige hardheid
voornamer zwelt de edelsteen door levend water.

Het ijs laat zien wat eens het was,
tot steen bevroren, deels nog water.
De winter tovert een delicater
juweel, een druppel in een jas van glas.


XXXIV (LVII)

Lymphae, quae tegitis cognato carcere lymphas,
   et, quae nunc estis quaeque fuistis, aquae,
quod vos ingenium iunxit? Qua frigoris arte
   torpuit et maduit prodigiosa silex?
Quis tepor inclusus securas vindicat undas?
   Interior glacies quo liquefacta Noto?
Gemma quibus causis arcano mobilis aestu
   vel concreta fuit vel resoluta gelu?

Werkvertaling:
Vloeistoffen, jullie die vloeistoffen in een verwante kerker bevatten,
en jullie die nu water zijn en jullie die dat waren,
welk genie heeft jullie verbonden? Door welke kunstgreep van de kou
is de fantastische steen bewegingloos maar ook vloeibaar?
Welke ingesloten warmte beschermt het water zodat het veilig is?
Door welke zuidenwind is het ijskristal van binnen gesmolten?
Door welke oorzaken beweeglijk met een verborgen deining
is de edelsteen of hard geworden door de vorst of juist ontdooid?


XXXV (LVIII)

Solibus indomitum glacies Alpina rigorem
   sumebat nimio iam pretiosa gelu
nec potuit toto mentiri corpore gemmam,
   sed medio mansit proditor orbe latex.
Auctus honor; liquidi crescunt miracula saxi,
   et conservatae plus meruistis aquae.

Werkvertaling:
Het ijs van de Alpen nam een hardheid aan, die niet bedwongen werd door de zon,
door te strenge kou al kostbaar,
en het kon niet met zijn hele massa de edelsteen uithangen,
maar midden in de bol bleef vloeistof verrader.
De waardering werd alleen maar groter; het wonder, vloeibare steen, neemt toe,
en jullie, behouden wateren, verdienen alleen maar meer bewondering.


XXXVI (LIX)

Adspice porrectam splendenti fragmine venam,
   qua trahitur limes lucidiore gelu.
Hic nullum Borean nec brumam sentit opacus
   umor, sed varias itque reditque vias.
Non illum constrinxit hiems, non Sirius axis,
   aetatis spatium non tenuavit edax.


XXXVII (LX)

Clauditur inmunis convexo tegmine rivus,
   duratisque vagus fons operitur aquis.
Nonne vides, propriis ut spumet gemma lacunis
   et refluos ducant pocula viva sinus
udaque pingatur radiis obstantibus Iris,
   secretas hiemes sollicitante die?
Mira silex mirusque latex. Et flumina vincit
   et lapides merito, quod fluit et lapis est.

Werkvertaling regels 7-8:
Wonderbaarlijke steen en wonderbaarlijke vloeistof. Het kristal wint van stromen
en wint van stenen, omdat het stroomt maar ook steen is.

Wondersteen met wonderwater!
Een steen die je kan drinken, water dat kan zinken …


XXXVIII (LXI)

Dum crystalla puer contingere lubrica gaudet
   et gelidum tenero pollice versat onus,
vidit perspicuo deprensas marmore lymphas,
   dura quibus solis parcere novit hiems,
et siccum relegens labris sitientibus orbem
   inrita quaesitis oscula fixit aquis.

Werkvertaling:
Terwijl het kind het leuk vindt het gladde kristal aan te raken
en het koude gewicht met zijn zachte duimpje ronddraait,
ziet het het water, gevangen in het doorzichtig marmer,
dat als enige door de harde winter ontzien werd,
en de droge bol tegen zijn dorstige lippen houdend
zoekt het het water en geeft kussen zonder resultaat.

Gnomische perfectumvormen, denkt Platnauer, de vertaler van de LOEB-editie:
Kinderen vinden het leuk met het kristal te spelen etc

Het kind speelt graag met het gladde kristal,



XXXIX (LXII)

Marmoreum ne sperne globum: spectacula transit
   regia nec Rubro vilior iste mari,
informis glacies, saxum rude, nulla figurae
   gratia, sed raras inter habetur opes.

Werkvertaling:
Versmaad deze marmeren bol niet: hij overstijgt
koninklijke bezienswaardigheden en is niet minder waard dan (de bollen van) de Rode Zee,
vormeloos kristal, ruwe steen, zonder enige aantrekkelijkheid
van vorm, maar wordt gerekend tot de zeldzame rijkdommen.