[volgende]

Cassius Dio > XXXVII.1

 

 

 

Korte inhoud van boek 37 van de Geschiedenis van Rome van Cassius Dio :

  • Hoe Pompeius oorlog voerde tegen de Iberiërs in Asia
  • Hoe Pompeius Pontus aan Bithynia toevoegde
  • Hoe Pompeius Syria en Phoenicia onderwierp
  • Hoe Mithridates stierf
  • Over de Joden
  • Hoe Pompeius na het regelen van de zaken in Asia naar Rome terugkeerde
  • Over Cicero en Catilina en hun verrichtingen
  • Over Caesar, Pompeius en Crassus en hun verbond

Duur in tijd 6 jaar, waarin de volgende mannen consul waren :

  • (65) L. Aurelius M. F. Cotta, L. Manlius L. F. Torquatus
  • (64) L. Julius L. F. Caesar, C. Marcius C. F. Figulus
  • (63) M. Tullius M. F. Cicero, C. Antonius M. F.
  • (62) D. Junius M. F. Silanus, L. Licinius L. F. Murena
  • (61) M. Pupius M. F. Piso, M. Valerius M. F. Messalla Niger
  • (60) L. Afranius A. F. , C. Caecilius C. F. Metellus Celer

 

XXXVII.1

In het volgende jaar, toen Lucius Cotta en Lucius Torquatus consul waren, voerde Pompeius een oorlog tegen de Albanen en ook tegen de Iberiërs. Hij werd gedwongen eerst met de Iberiërs het gevecht aan te gaan, al had hij dit niet verwacht.

Artoces

De Iberiërs wonen aan beide kanten van de Cyrnus. Aan de ene kant zijn de Albanen, aan de andere de Armeniërs hun buren.
Artoces, hun koning, was bang, dat Pompeius op hem af zou komen. Hij stuurde gezanten naar hem toe, zogenaamd ter bevordering van een vriendschappelijke relatie, maar trof intussen voorbereidingen om hem aan te vallen, wanneer hij gerustgesteld was, en daardoor niet op zijn hoede.

Snelle actie

Pompeius kwam hier echter op tijd achter. Hij viel het land binnen, voordat Artoces zich voldoende had voorbereid. Ook de nauwelijks te passeren grenspas had hij niet van tevoren bezet. Pompeius was al opgerukt naar de stad, die Acropolis heet, voordat Artoces zelfs maar merkte, dat hij er was.

Artoces in paniek

Deze stad lag op het nauwe punt, waar aan een kant de Cyrnus stroomt en aan de andere kant de Caucasus verrijst. De stad was daar gebouwd en versterkt juist ter bewaking van de passen en toegangswegen. Artoces was verrast en zag geen kans zijn troepen te organiseren. Hij stak de rivier over en verbrandde de brug achter zich.

Pompeius blijft winnen

De mannen in de ommuurde stad zagen zijn vlucht. Toen zij ook nog in een gevecht werden verslagen, gaven zij zich over. Zo maakte Pompeius zich meester van de doorgangswegen. Hij liet er een garnizoen achter, deed vanuit deze basis verdere aanvallen en onderwierp het hele gebied aan deze kant van de rivier.

 

 

 

Cassius Dio > XXXVII.1

[volgende]