ΕΙΣ ΔΙΟΣΚΟΥΡΟΥΣ

Aan de Dioskuren
Ἀμφὶ Διὸς κούρους ἑλικώπιδες ἔσπετε Μοῦσαι,
Τυνδαρίδας, Λήδης καλλισφύρου ἀγλαὰ τέκνα,
Κάστορά θ' ἱππόδαμον καὶ ἀμώμητον Πολυδεύκεα,
τοὺς ὑπὸ Ταϋγέτου κορυφῆι ὄρεος μεγάλοιο
μιχθεῖσ' ἐν φιλότητι κελαινεφέϊ Κρονίωνι
σωτῆρας τέκε παῖδας ἐπιχθονίων ἀνθρώπων
ὠκυπόρων τε νεῶν, ὅτε τε σπέρχωσιν ἄελλαι
χειμέριαι κατὰ πόντον ἀμείλιχον, οἳ δ' ἀπὸ νηῶν
εὐχόμενοι καλέουσι Διὸς κούρους μεγάλοιο
ἄρνεσσιν λευκοῖσιν, ἐπ' ἀκρωτήρια βάντες
πρύμνης, τὴν δ' ἄνεμός τε μέγας καὶ κῦμα θαλάσσης
θῆκαν ὑποβρυχίην. οἳ δ' ἐξαπίνης ἐφάνησαν
ξουθῆισι πτερύγεσσι δι' αἰθέρος ἀΐξαντες,
αὐτίκα δ' ἀργαλέων ἀνέμων κατέπαυσαν ἀέλλας,
κύματα δ' ἐστόρεσαν λευκῆς ἁλὸς ἐν πελάγεσσιν,
σήματα καλά, πόνου ἀπονόσφισιν, οἳ δὲ ἰδόντες
γήθησαν, παύσαντο δ' ὀϊζυροῖο πόνοιο.

  χαίρετε, Τυνδαρίδαι, ταχέων ἐπιβήτορες ἵππων.
αὐτὰρ ἐγὼν ὑμέων τε καὶ ἄλλης μνήσομ' ἀοιδῆς.




  5 




 10




 15




Vertel over de zonen van Zeus, Muzen met levendige ogen,
de Tyndariden, de prachtige kinderen van Leda met haar mooie enkels,
paarden temmende Kastor en onberispelijke Polydeukes,
die zij onder de top van de grote berg Taygetos
verenigd in liefde met de donkerwolkige zoon van Kronos
baarde als redders van de mensen op aarde
en van de snelvarende schepen, wanneer winterse stormen
jagen over de onvermurwbare zee, en de mannen op de schepen
bidden en roepen de zonen van grote Zeus aan (met offers van)
witte lammeren,
naar het dek van de achtersteven gegaan,
en de krachtige wind en de golfslag van de zee
duwen het schip onder water. Maar plotseling verschijnen zij,
door de lucht schietend met zoemende vleugels,
en meteen stoppen zij de vlagen van de vreselijke winden,
en maken de golven glad in de vlakte van de heldere zee: 
mooie voortekenen, bevrijding van moeite, en de mannen zijn blij het te zien,
en er komt een eind aan hun ellendige moeite.

Gegroet, Tyndariden, berijders van snelle paarden.
En ik zal denken aan jullie en aan een ander lied.

Commentaar

r. 2: hun menselijke vader is Tyndareos, vandaar Tyndariden. Zie Hymne 17, ook aan de Dioskuren.

r. 5: de donkerwolkige zoon van Kronos: Zeus.