ΕΙΣ
ΔΙΟΝΥΣΟΝ |
Aan
Dionysos |
|
Κισσοκόμην Διόνυσον
ἐρίβρομον ἄρχομ' ἀείδειν, Ζηνὸς καὶ Σεμέλης ἐρικυδέος ἀγλαὸν υἱόν, ὃν τρέφον ἠΰκομοι νύμφαι παρὰ πατρὸς ἄνακτος δεξάμεναι κόλποισι καὶ ἐνδυκέως ἀτίταλλον Νύσης ἐν γυάλοις. ὃ δ' ἀέξετο πατρὸς ἕκητι ἄντρωι ἐν εὐώδει μεταρίθμιος άθανάτοισιν. αὐτὰρ ἐπεὶ δὴ τόν γε θεαὶ πολύυμνον ἔθρεψαν, δὴ τότε φοιτίζεσκε καθ' ὑλήεντας ἐναύλους, κισσῶι καὶ δάφνηι πεπυκασμένος, αἳ δ' ἅμ' ἕποντο νύμφαι, ὃ δ' ἐξηγεῖτο, βρόμος δ' ἔχεν ἄσπετον ὕλην. καὶ σὺ μὲν οὕτω χαῖρε, πολυστάφυλ' ὦ Διόνυσε, δὸς δ' ἡμᾶς χαίροντας ἐς ὥρας αὖτις ἱκέσθαι, ἐκ δ' αὖθ' ὡράων εἰς τοὺς πολλοὺς ἐνιαυτούς. |
5 10 |
Ik begin met zingen over
luid-schreeuwende Dionysos met haren van klimop, de schitterende zoon van Zeus en roemrijke Semele, die de nimfen met prachtig haar van zijn heer vader aan hun boezem aannamen en opvoedden en zorgzaam grootbrachten in de valleien van Nysa. Hij werd groot volgens de wil van zijn vader in een geurige grot, meetellend met de onsterfelijken. En nadat de godinnen hem, de veelbezongene, hadden grootgebracht, toen bezocht hij aldoor bosrijke dalen, met klimop en laurier omhuld, en de nimfen volgden, en hij leidde de weg, en lawaai vulde het onmetelijke woud. En zo groet ik u dan, Dionysos met de vele druiventrossen; geef, dat wij te zijner tijd weer mogen komen in blijdschap, en na die tijd weer gedurende vele jaren. |
Commentaar Uit het gebed aan het eind van de hymne blijkt, dat deze werd voorgedragen op een jaarlijks terugkerend festival. Net als in Hymne 1 (ook aan Dionysos) wordt als zijn geboorteplaats Nysa genoemd. |