De Ilias van Homeros



Griekse tekst met een ©vertaling van Ben Bijnsdorp


       aoidos met cither    




De uit 24 boeken bestaande 'Ilias' (genoemd naar 'Ilios', de landstreek in het noordwesten van Klein Azië, waarin de stad Troje ligt) is een heldendicht, waarin het verloop van de wrok van de griekse held Achilleus bezongen wordt. De gebeurtenissen spelen zich af in een periode van veertig dagen tijdens het beleg van Troje door de Grieken.

Voor een verantwoording van tekst en vertaling: zie Verantwoording.



Inhoudsopgave Ilias:

Boek 1

  • 1, 1 - 7: Aanhef.
  • 1, 8 - 42: Chryses en Agamemnon.
  • 1, 43 - 52: Apollo zaait dood en verderf.
  • 1, 53 - 67: Achilleus belegt een vergadering.
  • 1, 68 - 100: Kalchas.
  • 1, 101 - 147: Agamemnon tegen Kalchas.
  • 1, 148 - 171: De reactie van Achilleus.
  • 1, 172 - 222: Ruzie om Briseïs.
  • 1, 223 - 244: Verbaal geweld voortgezet.
  • 1, 245 - 284: Nestor probeert te bemiddelen.   
  • 1, 285 - 317: Achilleus dreigt zich buiten de oorlog te houden .
  • 1, 318 - 344: Agamemnon laat Briseïs weghalen.
  • 1, 345 - 363: Achilleus roept zijn moeder Thetis aan.
  • 1, 364 - 412: Achilleus vraagt Thetis te bemiddelen bij Zeus.
  • 1, 413 - 427: Thetis stemt toe.
  • 1, 428 - 487: Cryseïs terug naar haar vader.
  • 1, 488 - 530: Thetis wendt zich tot Zeus.
  • 1, 531 - 567: De reactie van Hera.
  • 1, 568 - 611: Hefaistos redt de situatie.


Boek 2

  • 2, 1 - 40: Zeus zendt Agamemnon een droom.
  • 2, 41 - 83: Stafvergadering.
  • 2, 84 - 141: Agamemnon spreekt het leger toe.
  • 2, 142 - 210: Tussenkomst van Hera, Athene en Odysseus.
  • 2, 211 - 277: Thersites.
  • 2, 278 - 332: Vermaning door Odysseus.
  • 2, 333 - 368: Nestor spreekt..
  • 2, 369 - 426: Agamemnon herneemt de leiding.
  • 2, 427 - 483: Oproep tot de strijd.
  • 2, 484 - 492: Hernieuwde aanroeping van de Muzen.
  • 2, 493 - 785: De katalogos van de Griekse schepen.
  • 2, 786 - 877: De Trojaanse troepen.

Boek 3

  • 3, 1 - 75: Opmars van de legers; Menelaos, Paris en Hektor.
  • 3, 76 - 120: Voorbereiding tot een verdrag.
  • 3, 121 - 244: Helena toont Priamus de Griekse helden.
  • 3, 245 - 313: Priamus sluit een verdrag met Agamemnon.
  • 3, 314 - 382: Het tweegevecht; Afrodite grijpt in.
  • 3, 383 - 461: Paris en Helena.

Boek 4

  • 4, 1 - 85: Beraad van de goden.
  • 4, 86 - 147: Athene en Pandaros.
  • 4, 148 - 219: Machaon verzorgt Menelaos
  • 4, 220 - 421: Agamemnon houdt een laatste inspectie.
  • 4, 422 - 544: De strijdt ontbrandt.

Boek 5

  • 5, 1 - 94: Diomedes woedt in de slag.
  • 5, 95 - 178: Diomedes, Pandaros en Athene.
  • 5, 179 - 240: Aineias geeft Pandaros een lift.
  • 5, 241 - 296: Diomedes rekent af met Pandaros.
  • 5, 297 - 351: Afrodite helpt Aineias maar wordt zelf gewond.
  • 5, 352 - 430: Afrodite getroost door Dione, berispt door Zeus.
  • 5, 431 - 532: Apollo en Ares op het slagveld; Sarpedon verschijnt.
  • 5, 533 - 626: Diverse helden weren zich.
  • 5, 627 - 698: Sarpedon wondt en wordt gewond.
  • 5, 699 - 792: Ares steunt de Trojanen, Hera en Athene de Grieken.
  • 5, 793 - 909: Met steun van Athene treft Diomedes Ares.

Boek 6

  • 6, 1 - 118:De Trojanen in het nauw.
  • 6, 119 - 236: Diomedes en Bellerofontes' kleinzoon Glaukos.
  • 6, 237 - 311: Hektor en Hekabe.
  • 6, 312 - 368: Hektor, Paris en Helena.
  • 6, 369 - 529: Hektor, Andromache en Astyanax.

Boek 7

  • 7, 1 - 91: Hektor roept op tot een tweegevecht.
  • 7, 92 - 205: Aias wordt zijn tegenstander.
  • 7, 206 - 312: Het verloop van het tweegevecht.
  • 7, 313 - 412: Scheepsomwalling; Antenors voorstel aan Paris.
  • 7, 413 - 482: De gesneuvelden begraven.

Boek 8

  • 8, 1 - 77: Zeus en de oorlog.
  • 8, 78 - 129: Nestor, Hektor en Diomedes.
  • 8, 130 - 197: Diomedes verschrikt door Zeus, gehoond door Hektor.
  • 8, 198 - 252: Hera en Zeus.
  • 8, 253 - 349: Een uitval van de Grieken; Teukros.
  • 8, 350 - 424: Hera en Athene steunen de Grieken.
  • 8, 425 - 484: Hera en Athene binden in; Zeus' plan.
  • 8, 485 - 565: De Trojanen bivakkeren buiten de stad.

Boek 9

  • 9, 1 - 113: Nestor stuurt aan op onderhandelingen met Achilleus
  • 9, 114 - 221: Een gezantschap wordt naar Achilles gestuurd.
  • 9, 222 - 306: Odysseus smeekt Achilles weer mee te vechten.
  • 9, 307 - 429: De afwijzende reactie van Achilles.
  • 9, 430 - 523: Foinix' vermaning van Achilles.
  • 9, 524 - 605: De geschiedenis van Meleager.
  • 9, 606 - 713: Het gezantschap keert met lege handen terug.

Boek 10

  • 10, 1 - 71: Agamemnon en Menelaos slapeloos.
  • 9, 72 - 193: Agamemnon, Nestor, Odysseus en Diomedes komen samen.
  • 9, 194 - 298: Het beraad van de leiders; een teken van Athene.
  • 10, 299 - 381: Dolon gaat spioneren voor de Trojanen maar faalt.
  • 10, 382 - 468: Dolon slaat door en sterft.
  • 10, 469 - 579: De paarden van Rhesos buitgemaakt.

Boek 11

  • 11, 1 - 162: De strijd hervat met Agamemnon als middelpunt.
  • 11, 163 - 216: Agamemnon strijdt in de voorste linies.
  • 11, 217 - 283: Aanroeping van de Muzen; Agamemnon gewond.
  • 11, 284 - 400: Hektor leidt een tegenaktie
  • 11, 401 - 595: Odysseus, Menelaos, Hektor, Paris en Aias in actie.
  • 11, 596 - 848: Patroklos, Nestor en Eurypolos.

Boek 12

  • 12, 1 - 107: De omwalling van het Griekse scheepskamp onder vuur.
  • 12, 108 - 194: Asios blijft in zijn wagen.
  • 12, 195 - 289: Een voorteken en de duiding: Polydamas contra Hektor.
  • 12, 290 - 471: Slotoffensief en doorbraak van de Trojanen.

Boek 13

  • 13, 1 - 125: Poseidon pept de Grieken op.
  • 13, 126 - 205: Aanval van de Trojanen.
  • 13, 206 - 329: Poseidon hitst Idomeneus op in woede om Amfimachos.
  • 13, 330 - 540: Heldendaden van Idomeneus.
  • 13, 540 - 700: Het heetst van de strijd.
  • 13, 701 - 837: De schepen in gevaar.

Boek 14

  • 14, 292 - 401:Zeus verleid en misleid door Hera.
  • 14, 402 - 522: De Grieken houden stand dank zij Poseidon.

Boek 15

  • 15,1 - 112: Zeus doorziet Hera's bedrog.
  • 15, 113 - 280: Ook Ares, Athene en Apollon in de strijd.
  • 15, 281 - 389: De Trojanen komen tot bij de schepen.
  • 15, 390 - 514: Vuur bedreigt de schepen.
  • 15, 515 - 652: Hektor woedt.
  • 15, 653 - 746: Aias probeert het vuur van de schepen weg te houden.

Boek 16

  • 16, 1 - 100: Achilleus staat Patroklos zijn wapenrusting af.
  • 16, 101 - 210: Achilleus trommelt zijn Myrmidonen op.
  • 16, 211 - 305: De Myrmidonen in de slag.
  • 16, 306 - 430: Patroklos achtervolgt de Trojanen.
  • 16, 431 - 547: De strijd van Sarpedon.
  • 16, 548 - 711: Gevecht om het lichaam van Sarpedon.
  • 16, 712 - 867: De dood van Patroklos.

Boek 17

  • 17, 1 - 105: Menelaos vecht voor het lichaam van Patroklos.
  • 17, 106 - 208: Hektor maakt zich meester van Patroklos' wapens.
  • 17, 209 - 365: Massale aanval van de Trojanen.

Boek 18

  • 18, 1 - 126: Achilleus' reactie op Patroklos' dood.
  • 18, 127 - 201: Thetis belooft Achilleus nieuwe wapens; Iris slaat alarm.
  • 18, 202 - 309: Achilleus laat zich zien aan de Trojanen; hun krijgsraad.
  • 18, 310 - 427: Rouw bij de Grieken; Thetis bij Hefaistos.
  • 18, 428 - 472: Hefaistos belooft nieuwe wapens voor Achilleus.
  • 18, 473 - 617 Hefaistos aan het werk: het schild voor Achilleus

Boek 19

  • 19, 1 - 75: Thetis brengt Achilleus de wapens; hij legt zijn wrok af.
  • 19, 76 - 144: De reactie van Agamemnon.
  • 19, 145 - 214: Odysseus en Agamemnon houden Achilleus op.
  • 19, 215 - 302: Odysseus' advies opgevolgd; Briseïs rouwt om Patroklos.
  • 19, 303 - 424: Achilleus wordt door Athene gevoed en trekt ten strijde.

Boek 20

  • 20, 1 - 74: De goden mengen zich in de strijd
  • 20, 75 - 152: Het beraad van de goden
  • 20, 153 - 258: Woordenwisseling tussen Achilleus en Aineias
  • 20, 259 - 352: Daden. Poseidon en Hera.
  • 20, 353 - 503: Achilleus woedt; Apollon houdt Hektor in de luwte.

Boek 21

  • 21,1 - 135: Achilleus drijft de Trojanen de rvier in en doodt ook Lykaon.
  • 21,136 - 199: 21,136 - 199:Achilleus rekent af met Asteropaios
  • 21, 200 - 283: Achilleus in gevecht met de rivier.
  • 21, 284 - 341: Athene, Poseidon en Hera bemoeien zich met het gevecht.
  • 21, 342 - 384: Gevechten tussen Hefaistos en de Xanthos..
  • 21, 385 - 433: Hera en Athene tegen Ares en Afrodite.
  • 21, 434 - 513: Ruzie tussen de goden onderling.
  • 21, 514 - 611: Apollo helpt Agenor tegen Achilleus.


Boek 22

  • 22, 1 - 89: Hektor vergeefs vermaand door zijn ouders.
  • 22, 90 - 130: Hektor wacht Achilleus op.
  • 22, 131 - 166: Hektor slaat op de vlucht, achtervolgd door Achilleus.
  • 22, 167 - 223: Zeus weegt Hektors lot.
  • 22, 224 - 246: Athene misleidt Hektor.
  • 22, 247 - 305: Hektor probeert vergeefs een akkoord en doorziet Athene's rol.
  • 22, 306 - 366: De dood van Hektor.
  • 22, 367 - 404: Lijkschennis door de Grieken.
  • 22, 405 - 436: Jammerklachten van Priamos en Hekabe.
  • 22, 437 - 515: Andromache.

Boek 23

  • 23, 1 - 107: Achilleus rouwt om Patroklos; die verschijnt aan hem.
  • 23, 108 - 153: Achilleus geeft Patroklos zijn haarlok mee.
  • 23, 154 - 225: Riten rond de brandstapel.
  • 23, 226 - 287: Gebeente van Patroklos verzameld; Lijkspelen.
  • 23, 288 - 357: Deelnemers aan de paardenrace.
  • 23, 358 - 447: Achilleus lost het startschot.
  • 23, 448 - 498: Spanning bij de toeschouwers.
  • 23, 499 - 538: Winnaars en verliezers.
  • 23, 539 - 650: Beslissingen bij de prijsuitreiking aangevochten.
  • 23, 651 - 699: Bokswedstrijd: Epeios en Euryalos.
  • 23, 700 - 739: Worstelwedstrijd tussen Odysseus en Aias.
  • 23, 740 - 797: Hardloopwedstrijd; Athene helpt Odysseus.
  • 23, 798 - 825: Strijd om de wapenrusting van Sarpedon.
  • 23, 826 - 849: Werpwedstrijd.
  • 23, 850 - 897: Boogschieten en speerwerpen.

Boek 24

  • 24, 1 - 76: Achilleus schendt Hektors lijk; reacties van de goden.
  • 24, 77 - 119: Zeus geeft aan Thetis een boodschap voor Achilleus.
  • 24, 120 - 187: Zeus' woorden overgebracht naar Achilleus en Priamos.
  • 24, 188 - 227: Ondanks verzet van Hekabe wil Priamos naar Achilleus.
  • 24, 228 - 280: Priamos kiest de losprijs; de wagen klaargemaakt.
  • 24, 281 - 338: Vertrek van Priamos; Zeus stuurt Hermes




Terug naar het overzicht van de Werken van Ben Bijnsdorp