EPISTULA AD LUCILIUM
XXXVIII Epistula IV, xxxviii |
|
Boek 4, Brief 38 De Inkleding van Adviezen |
4.38.1. SENECA LUCILIO
SUO SALUTEM Merito exigis ut hoc inter nos epistularum commercium frequentemus. Plurimum proficit sermo, quia minutatim irrepit animo: disputationes praeparatae et effusae audiente populo plus habent strepitus, minus familiaritatis. Philosophia bonum consilium est: consilium nemo clare dat. Aliquando utendum est et illis, ut ita dicam, contionibus, ubi qui dubitat impellendus est; ubi vero non hoc agendum est, ut velit discere, sed ut discat, ad haec submissiora verba veniendum est. Facilius intrant et haerent; nec enim multis opus est sed efficacibus. |
4.38.1. SENECA GROET
ZIJN DIERBARE LUCILIUS. Terecht vraag je deze correspondentie te intensiveren. Niets biedt meer voordeel dan zo'n gesprek, omdat het druppelsgewijs de geest binnendringt: goed ingestudeerde en uitvoerige uiteenzettingen produceren meer lawaai bij het luisterend publiek, maar minder gemeenzaamheid. Filosofie komt neer op goede raad: maar niemand geeft een advies op een een presenteerblaadje. Soms moet je wel gebruik maken van ook die voordrachten, om het zo maar te zeggen, waarin druk uitgeoefend wordt op een twijfelaar; maar zodra je niet hieropuit hoeft te zijn, dat je bereikt dat je toehoorder wil leren, maar dat hij je woorden al accepteert, kan je het laten bij dit soort gedemptere toon. Die komt makkelijker binnen en blijft ook hangen; dan is er dus geen behoefte aan wijdlopigheid maar aan effectiviteit. |
|
4.38.2. Seminis modo
spargenda sunt, quod quamvis sit exiguum, cum occupavit
idoneum locum, vires suas explicat et ex minimo in maximos
auctus diffunditur. Idem facit ratio: non late patet, si
aspicias; in opere crescit. Pauca sunt quae dicuntur, sed
si illa animus bene excepit, convalescunt et exsurgunt.
Eadem est, inquam, praeceptorum conditio quae seminum:
multum efficiunt, et angusta sunt. Tantum, ut dixi, idonea
mens rapiat illa et in se trahat; multa invicem et ipsa
generabit et plus reddet quam acceperit. Vale. |
4.38.2. Je hoeft je
adviezen slechts als zaad te strooien die, hoe klein het
ook is, op een vruchtbare bodem zijn krachten ontplooit en
zich uitbreidt, van heel klein tot zeer groot opgegroeid.
Hetzelfde speelt de rede klaar: als je die zo bekijkt,
heeft ze niet veel om het lijf, maar, eenmaal werkzaam,
groeit haar kracht. Het zijn maar een paar woorden die
gezegd worden, maar als de geest die goed oppikt, nemen ze
in kracht toe en verheffen zich. Ik herhaal het: de
toestand van adviezen is dezelfde als die van zaden: zij
bewerken veel, ook al zijn ze slechts klein. Maar, zoals
ik al zei, alleen als een gretige geest ze opneemt en ze
zich eigen maakt. Zo'n geest zal ook zelf, op haar beurt,
er weer veel produceren en er meer produceren dan ze
ontvangen heeft. Het ga je goed. |
|
Lees verder: Brief 39 Terug naar Inhoudsopgave Seneca |