Ovidius was een
Latijns dichter die leefde van 43 v. Chr. tot 18 na
Chr., en een jongere tijdgenoot van Vergilius die hij
alleen van gezicht kende en ook van Horatius, die hij
nog zijn eigen werk hoorde voordragen. Hij stamde uit
een gegoede familie en kreeg de in die kringen
gebruikelijke opleiding voor de advocatuur in Rome.
Daarna volgden studie in Athene en reizen naar
Klein-Azië en Sicilië. Hij bekleedde enkele functies bij de rechterlijke macht, maar zijn hart ging uit naar de dichtkunst, waarin hij reeds op 18-jarige leeftijd debuteerde met liefdespoëzie 'AMORES', spoedig gevolgd door 'HEROÏDES': gefingeerde brieven van beroemde vrouwen, bijv. van Penelope aan Odysseus. Zijn frivole en amoureuze aard bracht hem daarna tot onderwerpen als 'ARS AMATORIA' [Liefdeskunst] en 'REMEDIA AMORIS' [Remedies tegen de liefde]. Hij is een geboren verteller met een fijn gevoel voor details en een meesterschap over de versvorm: 'Alwat ik wilde zeggen, werd een vers', verklaarde hij zelf. Daarvan gaf hij ook blijk in zijn 'METAMORPHOSES' [Gedaanteverwisselingen], zijn meesterstuk van vertelkunst, dat in een bont gevarieerde reeks de verhalen van de Griekse mythologie in lichte, gemakkelijk lopende hexameters weergeeft. In 8 na Chr werd Ovidius plotseling verbannen naar Tomi, een uithoek van het Romeinse Rijk aan de Zwarte Zee. Naar de reden kunnen we slechts gissen. Hij zinspeelt erop in latere gedichten, maar blijft vaag. Zijn niet onberispelijke levensstijl zal ermee te maken hebben gehad. Opmerkelijk is, dat Augustus in hetzelfde jaar zijn kleindochter Iulia verbande. De tien jaren ballingschap in het afgelegen oord gaven de grotestadsmens en levensgenieter Ovidius vrijwel uitsluitend klaagliederen in de pen: 'TRISTIA' [Treurzangen] en 'EPISTULAE EX PONTO' [Brieven vanaf de Zwarte Zee], in titel maar niet in onderwerp van de TRISTIA verschillend. Naast kleiner werk begon de dichter ook aan een herziening van de 'FASTI' [Almanak], waarvan het manuscript bij het begin van zijn ballingschap half voltooid was. Bij zijn dood was dit werk nog niet voltooid, maar het werd uit de nalatenschap gepubliceerd. |
Inhoud
van de Metamorfosen: Boek 1 1 - 4 Aanhef 5 - 88 De Schepping 89 - 162 Vier Tijdperken 163 - 312 Godenberaad; Lycaon; een Zondvloed 313 - 415 Deucalion en Pyrrha 416 - 451 Andere schepsels; Python en Apollo 452 - 567 Apollo en Daphne 568 - 624 Io, Juppiter en Juno 625 - 688 Argus bewaakt Io 689 - 746 Mercurius praat Argus in slaap; Io weer nimf 747 - 779 Epaphus en Phaëthon Boek 2 1 - 339 Phaëthon en Sol 340 - 366 De Heliaden, Phaëthons zusters 367 - 400 Cycnus 401 - 530 Callisto en Zeus, Diana, Juno 531 - 632 Coronis en de raaf, Nyctimene en de kraai, Minerva en Apollo 633 - 707 Ocyroë 708 - 832 Herse en Aglauros, Mercurius, Minerva, Invidia 833 - 875 Europa en Juppiter Boek 3 1 - 130 Cadmus en de draak 131 - 252 Actaeon en Diana 253 - 315 Semele en Juppiter, ouders van Dionysus 316 - 338 Tiresias 339 - 510 Narcissus en Echo 511 - 733 Pentheus, Acoetus en Bacchus Boek 4 1 - 35 De dochters van Minyas erkennen Bacchus niet als god 36 - 166 Ze gaan elkaar verhalen vertellen: Arsippe over Pyramus en Thisbe 167 - 270 Leuconoë over de Zon, Mars en Venus, Leucothoë, Clytië 274 - 388 Alcithoë over Hermaphroditus en Salmacis 389 -415 De dochters van Minyas gestraft 416 - 562 Ino en Athamas 563 - 603 Het einde van Cadmus en Harmonia 604 - 662 Perseus op bezoek bij Atlas 663 - 771 Perseus en Andromeda 772 - 803 Perseus en Medusa Boek 5 1 - 176 Perseus aangevallen door Phineus en zijn aanhang 177 - 235 Het hoofd van Medusa als wapen 236 - 249 De terugkeer van Perseus naar Argos 250 - 293 Minerva bij de Muzen; hun klacht over Pyreneus 294 - 336 De Piëriden 337 - 384 Ceres en Proserpina; Hades en Venus 385 - 437 Hades schaakt Proserpina 438 - 508 Ceres zoekt haar dochter 509 - 550 Ceres vraagt hulp bij Juppiter, de vader van Proserpina 551 - 571 Proserpina's vriendinnen veranderd in Sirenen. Het besluit van Juppiter 572 - 641 Arethusa vertelt haar verhaal 642 - 678 Triptolemus; de Piëriden gestraft Boek 6 1 - 145 Arachne en Minerva 146 - 312 Niobe en Latona 313 - 381 Latona en de Lycische boeren 382 - 400 Marsyas 401 - 423 Rouw om Niobe's verwanten 424 - 438 Tereus huwt Procne 438 - 485 Tereus gaat Procne's zus Philomena uitnodigen 486 - 510 Philomena's afscheid van haar vader 511 - 548 Tereus vergrijpt zich aan Philomena 549 - 570 Tereus maakt Philomena stom 571 - 586 Een list van Philomena 587 - 674 Wraak 675 - 721 Boreas en Orithuya Boek 7 1 - 99 Medea valt voor Iason 100 - 158 De heldendaden van Iason dankzij Medea 159 - 237 Medea zoekt een verjongingskuur voor Aeson 238 - 293 Aeson wordt door Medea verjongd 294 - 349 Medea neemt wraak op usurpator Pelias 350 - 404 Medea vlucht en vliegt over metamorfosen-landen 404 - 452 Theseus 453 - 500 Kreta bereidt een oorlog voor tegen Athene 501 - 522 Ontmoeting van Cephalus en Aeacus 523 - 613 Aeacus vertelt hoe de pest huis hield op Aegina 614 - 660 en hoe Juppiter redding bracht 661 - 693 Terwijl Aeacus nog slaapt onderhoudt Phocus de Atheners 694 - 758 Cephalus vertelt over zijn verleden met Procris 759 -793 Laelaps, de hond van Cephalus 794 - 865 De dood van Procris Boek 8 1 - 151 Minos, Scylla en Nisus 152 - 182 Minotaurus, Daedalus, Theseus en Ariadne 183 - 259 Daedalus, Icarus en Perdix 260 - 424 Meleager en het Calydonische everzwijn 425 - 546 De dood van Meleager 547 - 610 De riviergod Acheloüs vertelt 611 - 724 Philemon en Baucis Boek 9 1 - 100 Achelous en Hercules 101 - 210 Hercules, Deianira, Nessus 211 - 272 Lot van Lichas en apotheose van Hercules 324 - 393 Dryope 404 - 417 De Thebaanse oorlog 418 - 453 Reacties bij de goden 454 - 665 Byblis en haar verboden liefde 666 - 795 Een transgender verhaal: Iphis Boek 10 1 - 77 Orpheus en Eurydice 78 - 105 Orpheus mijdt de vrouwen en richt zich op jongens 106 - 142 Cyparissus 143 - 161 Orpheus; Ganymedes 162 - 219 Hyacinthus en Apollo 220 - 242 Cerasten en Propoetiden 243 - 297 Pygmalion 298 - 502 Myrrha's verboden passie 503 - 559 Venus en Adonis 560 - 707 Atalanta en Hippomenes 708 - 739 Het einde van Adonis Boek 11 1 - 66 Orpheus en de Bacchanten 67 - 84 Bacchus straft de Bacchanten 85 - 145 Midas 146 - 193 Midas, Pan en Apollo 194 - 220 Laomedon en Hesione 221 - 265 Peleus en Thetis 266 - 409 Peleus en Ceyx, Daedalion, Chione 346 - 409 Peleus en de wolf 410 - 748 Ceyx en Alcyone 749 - 795 Aesacus Boek 12 1 - 63 Het Griekse leger in Aulis 64 - 145 De zwanenzang van Cygnus. Strijd om Troje ontbrand 146 - 167 Feestmaal van de Helden 168 - 209 Nestor vertelt over Caeneus en Caenis 210 - 535 Nestor vertelt over Lapithen en Centauren 536 - 579 Nestor onderbroken door Herakles' zoon en zijn antwoord 580 - 628 Terug naar Cycnus en de Trojaanse Oorlog Boek 13 1 - 122 Aiax en Odysseus claimen allebei Achilles' wapenrusting 123 - 381 Het pleidooi van Odysseus 382 - 398 Aiax' metamorfose 399 - 575 Hecabe 576 - 632 Memnon 633 - 704 Aeneas vlucht naar Delus en bezoekt Anius 705 - 729 Aeneas vaart verder via Kreta naar Sicilië 730 - 897 Scylla en Charybdis; Acis en Galathea 730 - 897 Glaucus Boek 14 1 - 69 Circe en Scylla 70 - 153 Aeneas tocht naar de Onderwereld 154 - 222 Achaemenides en Polyphemus 223 - 307 Macareus vertelt over Odysseus' tocht en Circe 308 - 440 Macareus vertelt verder: Picus en Canens 441 - 526 Aeneas bereikt Latium; Turnus en Diomedes 527 - 565 Metamorphose van de schepen van Aeneas; Ardea 566 - 580 Turnus en Ardea verslagen 581 - 608 Apotheose van Aeneas 609 - 697 Pomona en Vertumnus 698 - 771 Anaxarete en Iphis 772 - 851 Apotheose van Romulus en Hersilia Boek 15 Vertaling en commentaar van Kox Kollum. Inhoud Boek 15: 1 - 11 Numa 12 - 478 De instructie van Numa in Croton: 12 - 59 De stichtingslegende van Croton 60 - 478 Numa als leerling van Pythagoras 479 - 487 Het einde van Numa's regering 487 - 551 Numa's gemalin Egeria wordt niet getroost door het verhaal van Hippolytus 552 - 559 Tages 560 - 564 De speer van Romulus 565 - 621 Cipus 622 - 879 Finale: 622 - 625 Prooemium 625 - 744 Aesculapius 745 - 851 Apotheose van Caesar 852 - 870 Augustus 871 - 879 Epiloog Inhoud van de Heroides: I. Penelope aan Ulyxes XII. Medea aan Iason III. Briseïs aan Achilles |