Homerus
Homeros



De Odyssee van Homeros

De Griekse tekst met een vertaling van Ben Bijnsdorp

Ὁμήρου Ὀδύσσεια


aoidos
aoidos met cither


Voor een verantwoording van tekst en vertaling: zie Verantwoording.

De uit 24 boeken bestaande Odyssee (genoemd naar de naam van Odysseus, een Griekse koning van het eiland Ithaka) is een raamvertelling, waarin de tien jaar durende thuisreis van de held wordt verteld. Het kader vormt de terugkeer van de held van het eiland van de nimf Kalypso, zijn verblijf in het paleis der Phaiaken, waar hij zijn lotgevallen vertelt en de eigenlijke thuiskomst in zijn koninkrijk Ithaka, waar hij afrekent met de vele 'vrijers' van zijn vrouw Penelope.

In boek 1 t/m 4 wordt verteld hoe Odysseus' zoon Telemachos op zoek gaat naar zijn vader door op advies van Athene [boek 1] assertief op te treden tegen de 'vrijers' of huwelijkspretendenten van zijn moeder Penelope, die zich als lompe uitvreters van zijn bezit gedragen [boek 2] en een verkenningstocht naar Nestor in Pylos [boek 3] en Menelaos in Sparta [boek 4]. De eerste vier boeken van de Odyssee met Telemachos in de hoofdrol worden ook wel de 'Telemachie' genoemd.


Kort overzicht van de inhoud van de Odyssee:


Boek 1

1, 1 - 10: Aanroeping van de Muze.
1, 11 - 21: Odysseus bij Kalypso.
1, 22 - 95: Godenvergadering zonder Poseidon.
1, 96 - 143: Athene op bezoek bij Telemachos.
1, 144 - 168: Het gedrag van de vrijers.
1, 169 - 251: Telemachos in gesprek met 'Mentes'.
1, 252 - 323: Athene geeft Telemachos advies.
1, 324 - 444: Confrontatie tussen Telemachos en de vrijers.



Boek 2

2, 1 - 81: Telemachos in de vergadering.
2, 82 - 128: Antinoös beschuldigt Penelope.
2, 129 - 207: De reactie van Telemachos. Een voorteken.
2, 208 - 259: Telemachos vraagt een schip. Einde vergadering.
2, 260 - 297: Athene belooft Telemachos hulp.
2, 298 - 336: Telemachos en Antinoös.
2, 337 - 381: Telemachos en Eurykleia treffen voorbereidingen.
2, 382 - 434: Telemachos vertrekt naar Pylos.

Boek 3

3, 1 - 30: Telemachos' aankomst in Pylos.
3, 31 - 66: Deelname aan de offermaaltijd.
3, 67 - 101: Kennismaking.
3, 102 - 200: Het relaas van Nestor.
3, 201 - 252: De radeloosheid van Telemachos.
3, 253 - 329: Nestor over Agamemnon en Menelaos.
3, 330 - 385: Vertrek van Athene.
3, 386 - 472: Bij Nestor thuis.
3, 473 - 497: Telemachos' reis naar Sparta.


Boek 4

4, 1 - 67: Telemachos' aankomst in Sparta.
4, 68 - 112: Telemachos en Menelaos.
4, 113 - 182: Helena en Menelaos herkennen Telemachos.
4, 183 - 218: Treurnis alom.
4, 219 - 264: Helena grijpt in.
4, 265 - 305: Ook Menelaos vertelt.
4, 306 - 346: Menelaos informeert nader bij Telemachos.
4, 347 - 430: Menelaos vertelt zijn thuisreis: Eidothea op Pharos.
4, 431 - 483: Menelaos perst Proteus advies af.
4, 484 - 511: Proteus over de terugreis van Aias, zoon van Oïleus.
4, 512 - 549: De thuiskomst van Agamemnon.
4, 550 - 560: Proteus over Odysseus!
4, 561 - 586: Toekomst en thuisvaart van Menelaos.
4, 587 - 623: Menelaos nodigt Telemachos uit langer te blijven.
4, 625 - 674: Intussen op Ithaka....
4, 675 - 741: Penelope hoort van de plannen van haar aanbidders.
4, 742 - 767: Eurykleia vermaant Penelope.
4, 768 - 786: De vrijers slaan spijkers met koppen.
4, 787 - 847: Athene en Penelope. 
   

Boek 5

5, 1 - 27: Athene in de Godenvergadering.
5, 28 - 54: Zeus stuurt Hermes naar Kalypso.
5, 55 - 94: Hermes' ontvangst bij Kalypso.
5, 95 - 148: Hermes en Kalypso in gesprek.
5, 149 - 227: Kalypso en Odysseus in gesprek.
5, 228 - 261: Odysseus bouwt een vlot.
5, 262 - 281: Vertrek vanaf Ogygia.
5, 282 - 332: Poseidon slaat toe.
5, 333 - 364: Hulp van Leukothea.
5, 365 - 387: Schipbreuk.
5, 388 - 435: Een hopeloze situatie.
5, 436 - 493: Scheria toch nog bereikt.

Boek 6

6, 1 - 47: Athene stuurt Nausikaä naar het strand.
6, 48 - 84: Nausikaä en Alkinoös.
6, 85 - 147: De meisjes wassen en spelen; Odysseus ontwaakt.
6, 148 - 250: Odysseus en Nausikaä.
6, 251 - 331: Nausikaä maakt Odysseus wegwijs.

Boek 7

7, 1 - 13: Nausikaä terug naar huis.
7, 14 - 77: Athene instrueert en begeleidt Odysseus.
7, 78 - 132: Het paleis van Alkinoös.
7, 133 - 154: Odysseus' beroep op Arete.
7, 155 - 227: Reactie van Alkinoös.
7, 228 - 297: Alkinoös, Arete en Odysseus.
7, 298 - 347: Voornemens van Alkinoös.
Boek 8

8, 1 - 61: Feestelijke bijeenkomst van de Faiaken.
8, 62 - 103: Odysseus ontroerd door Demodokos' lied.
8, 104 - 130: Een pentathlon.
8, 131 - 164: Odysseus uitgedaagd.
8, 165 - 234: Odysseus demonstreert zijn kunnen.
8, 235 - 265: Dansen.
8, 266 - 369: Demodokos over Ares en Afrodite en Hefaistos' wraak.
8, 370 - 384: Een baldans.
8, 385 - 453: Geschenken.
8, 454 - 469: Afscheid van Nausikaä.
8, 470 - 520: Meer feest. Demodokos over het Paard.
8, 521 - 586: Odysseus weer ontroerd; Alkinoös vraagt wie hij is.

Boek 9

9, 1 - 38: Odysseus maakt zich bekend.
9, 39 - 66: Odysseus bij de Kikonen.
9, 67 - 86: Storm.
9, 87 - 104: Bij de Lotofagen.
9, 105 - 169: Het Geiteneiland.
9, 170 - 230: Naar het hol van de Kykloop.
9, 231 - 306: Polyfemos houdt huis.
9, 307 - 414: Wat nu?
9, 415 - 463: De grot uit!
9, 464 - 566: Wegwezen!

Boek 10

10, 1 - 79: Odysseus en Aiolos.
10, 80 - 132: Odysseus en de Laistrygonen.
10, 133 - 186: Aankomst op Aia, het eiland van Kirke.
10, 187 - 229: Op verkenning.
10, 230 - 260: De ontvangst bij Kirke.
10, 261 - 306: Hermes helpt Odysseus.
10, 307 - 427: Odysseus en Kirke.
10, 428 - 468: Het verblijf bij Kirke.
10, 469 - 573: Odysseus en Elpenor op weg naar de Onderwereld.
 
Boek 11

11, 1 - 22: Odysseus vaart naar het Dodenrijk.
11, 23 - 50: Offers, bloed en schimmen.
11 ,51 - 83: Elpenor.
11, 84 - 151: Teiresias.
11, 152 - 224: Antikleia.
11, 225 - 327: Heldinnen.
11, 328 - 384: Intermezzo.
11, 385 - 466: De schim van Agamemnon.
11, 467 - 540: De schim van Achilleus.
11, 541 - 567: De schim van Aias.
11, 568 - 640: Minos, Orion, Tityos, Tantalos, Sisyfos, Herakles.

Boek 12

12, 1 - 15: Begrafenis van Elpenor op Aia.
12, 16 - 141: Kirke voorspelt moeilijkheden onderweg.
12, 142 - 200: De Sirenen.
12, 201 - 221: De Dwaalrotsen.
12, 222 - 259: Skylla en Charybdis.
12, 260 - 373: De Runderen van Helios.
12, 374 - 390: De woede van Helios.
12, 391 - 425: Alleen Odysseus overleeft een schipbreuk.
12, 426 - 453: Met zijn aankomst bij Kalypso is Odysseus' relaas rond.


Boek 13

13, 1 - 22: Odysseus ontvangt nog meer geschenken.
13, 23 - 77: Vertrek vanaf Scheria.
13, 78 - 124: Odysseus komt slapend aan op Ithaka.
13, 125 - 184: Poseidon straft de Faiaken.
13, 185 - 249: Odysseus wordt wakker en ontmoet Athene.
13, 250 - 310: Odysseus verzint een verleden.
13, 311 - 71: Athene onthult voor Odysseus zijn vaderland.
13, 372 - 440: Athene waarschuwt Odysseus voor de vrijers en helpt.

Boek 14

14, 1 - 77: Odysseus komt aan bij Eumaios.
14, 78 - 108: Eumaios vertelt over de vrijers.
14, 109 - 184: Odysseus hoort over Telemachos' reis.
14, 185 - 313: Odysseus verzint een identiteit.
14, 314 - 359: Hij weeft nieuws over Odysseus in zijn verhaal.
14, 360 - 408: Scepsis bij Eumaios over Odysseus-nieuws.
14, 409 - 533: Odysseus test Eumaios.

 
Boek 15

15, 1 - 43: Athene instrueert in Sparta Telemachos.
15, 44 - 181: Vertrek van Telemachos uit Sparta.
15, 182 - 221: Telemachos reist van Sparta naar Pylos.
15, 222 - 300: Telemachos neemt Theoklymenos mee.
15, 301 - 402: Eumaios over Odysseus'ouders.
15, 403 - 492: Eumaios vertelt zijn geschiedenis.
15, 493 - 557: Telemachos arriveert.
Boek 16

16, 1 - 67: Eumaios verwelkomt Telemachos.
16, 68 - 153: Telemachos stuurt Eumaios naar Penelope.
16, 154 - 231: Transformatie van Odysseus en herkenning.
16, 232 - 320: Plannen tegen de vrijers.
16, 321 - 341: Eumaios en een matroos lichten Penelope in.
16, 342 - 408: Teleurstelling bij de vrijers.
16, 409 - 451: Penelope richt zich tot de vrijers.
16, 452 - 481: Eumaios terug naar zijn hut.

Boek 17

17, 1 - 27: Telemachos op weg naar het paleis.
17 ,28 - 62: Telemachos en Penelope.
17, 63 - 84: Telemachos spreekt met Peiraios.
17, 85 - 177: Telemachos' reisverslag en Theoklymenes' voorspelling.
17, 178 - 253: Odysseus, Eumaios en Melantheus.
17, 254 - 327: Melantheus en Odysseus bij het paleis; de hond Argos.
17, 328 - 368: Odysseus, bedelaar in eigen huis.
17, 369 - 491: Confrontaties met Melanthios en Antinoös.
17, 492 - 606: Penelope regelt een ontmoeting met Odysseus.

Boek 18

18, 1 - 117: Odysseus vecht met Iros.
18, 118 - 157: Odysseus en Amfinomos.
18, 158 - 305: Penelope spreekt de vrijers toe.
18, 306 - 345: Contact van Odysseus met dienaressen en Melantho.
18, 346 - 404: Odysseus en Eurymachos.
18, 405 - 428: Telemachos en Amfinomos herstellen de rust.





 
Boek 19

19, 1 - 52: Odysseus en Telemachos verwijderen de wapens.
19, 53 - 95: Odysseus, Penelope en Melantho.
19, 96 - 163: Odysseus en Penelope in gesprek.
19, 164 - 307: Odysseus vertelt Penelope over "zichzelf".
19, 308 - 334: Penelope geeft opdrachten.
19, 335 - 507: Odysseus, Eurykleia en het litteken.
19, 508 - 604: Penelope en 'Odysseus' in gesprek.

Boek 20

20, 1 - 55: Athene verschijnt aan Odysseus.
20, 56 - 121: Penelope wanhopig. Zeus geeft voortekens.
20, 122 - 159: Telemachos en Eurykleia.
20, 160 - 239: Aankomst van Eumaios en Melanthios.
20, 240 - 283: De vrijers in hun maag met Telemachos.
20, 284 - 344: De vrijers in conflict met Odysseus en Telemachos.
20, 345 - 394: Athene misleidt de vrijers.
 
Boek 21

21, 1 - 97: Penelope besluit tot de boogtest.
21, 98 - 187: Vrijers kunnen de boog niet spannen.
21, 188 - 244: Odysseus betrekt Eumaios en Filoitios in het complot.
21, 245 - 272: De vrijers wanhopig.
21, 273 - 379: Odysseus vraagt om de boog.
21, 380 - 434: Odysseus schiet.

Boek 22

22, 1 - 88: Dood van Antinoös en Eurymachos.
22, 89 - 125: Hulp van Telemachos.
22, 126 - 204: Het verraad van Melanthios.
22, 205 - 309: Athene schiet te hulp.
22, 310 - 389: De trouwelozen gestraft.
22, 390 - 501: Odysseus reinigt en zuivert.

 
Boek 23

23, 1 - 84: Eurykleia vertelt Penelope het gebeurde.
23, 85 - 116: Penelope treft Odysseus aan.
23, 117 - 152: Odysseus bezorgd om de familie van de vrijers.
23, 153 - 204: De test van Penelope.
23, 205 - 343: Odysseus wint Penelope terug.
23, 344 - 372: Odysseus gaat naar zijn vader Laërtes.
Boek 24

24, 1 - 18: Ontmoeting in de Onderwereld tussen vrijers en helden.
24, 19 - 97: Agamemnoon en Achilleus over diens begrafenis.
24, 98 - 204: De vrijer Amfidoon geeft Agamemnoon zijn visie.
24, 205 - 412: Odysseus bezoekt Laërtes.
24, 413 - 471: De famlie van de vrijers wil wraak.
24, 472 - 512: Athene bemiddelt.





Terug naar de startpagina van de werken van Bijnsdorp

Terug naar de startpagina van Kox Kollum