APOLLODWROU

BIBLIOQHKH

A

a / . Ou0rano\j prw=toj tou= panto\j e0duna/steuse ko/smou. gh/maj de\ Gh=n e0te/knwse prw/touj tou\j e9kato/gxeiraj prosagoreuqe/ntaj, Bria/rewn Gu/hn Ko/tton, oi4 mege/qei te a0nupe/rblhtoi kai\ duna/mei kaqeisth/kesan, xei=raj me\n a0na\ penth/konta e1xontej.

 

 

 

APOLLODORUS

De Bibliotheek

I. 1. De Hemel regeerde als eerste over de hele wereld. Hij huwde de Aarde en verwekte eerst de zogenaamde honderdhandigen, Briareus, Gyes en Cottus, die in grootte en macht niet te overtreffen waren. Zij hadden honderd armen en vijftig hoofden.

 

 

 

meta\ tou/touj de\ au0tw=? teknoi= Gh= Ku/klwpaj, 1Arghn Stero/phn Bro/nthn, w[n e3kastoj ei]xen e3na o0fqalmo\n e0pi\ tou= metw/pou. a0lla\ tou/touj me\n Ou0rano\j dh/saj ei0j Ta/rtaron e1rriye * to/poj de\ ou3toj e0rebw/dhj e0sti\n e0n73Aidou, tosou=ton a0po\ gh=j e1xwn dia/sthma o3son a0p' ou0ranou= gh *

 

 

 

I.2. Na deze baart de Aarde hem de Cyclopen, Arges, Steropes en Brontes, die ieder één oog in het hoofd hadden. Maar de Hemel bond hen vast en gooide ze in de Tartarus - dat is een duistere plaats in de Hades, even ver verwijderd van de aarde als de aarde verwijderd is van de hemel -

 

 

 

teknoi= de\ au]qij e0k Gh=j pai=daj me\n tou\j Tita=naj prosagoreuqe/ntaj, 'Wkeano\n Koi=on 9Uperi/ona Krei=on 'Iapeto\n kai\ new/taton a9pa/ntwn Kro/non, qugate/raj de\ ta\j klhqei/saj Titani/daj, Thqu\n7 9Re/an Qe/min Mnhmosu/nhn Foi/bhn Diw/nhn Qei/an.

 

 

 

I.3. Dan verwekt hij bij de Aarde als kinderen de zogenaamde Titanen, Oceanus, Coeus, Hyperion, Crius, Iapetus en de jongste van allen, Kronos, en als dochters de zogenaamde Titaniden, Tethys, Rhea, Themis, Mnemosyne, Phoebe, Dione en Theia.

 

 

 

0 Aganaktou=sa de\ Gh= e0pi\ th?= a0pwlei/a? tw=n ei0j Ta/rtaron r9ife/ntwn pai/dwn pei/qei tou\j Tita=naj e0piqe/sqai tw=? patri/, kai\ di/dwsin a0damanti/nhn a3rphn Kro/nw?. oi9 de\ 'Wkeanou= xwri\j e0piti/qentai, kai\ Kro/noj a0potemw\n ta\ ai0doi=a tou= patro\j ei0j th\n qa/lassan a0fi/hsen. e0k de\ tw=n stalagmw=n tou= r9e/ontoj ai3matoj e0rinu/ej e0ge/nonto, 'Alhktw\ Tisifo/nh Me/gaira. th=j de\ a0rxh=j e0kbalo/ntej tou/j te katatartarwqe/ntaj a0nh/gagon a0delfou\j kai\ th\n a0rxh\n Kro/nw? pare/dosan.

 

 

 

I. 4. Boos over het verlies van haar kinderen, die in de Tartarus zijn geworpen, haalt de Aarde de Titanen over om hun vader aan te vallen, en geeft een staalharde sikkel aan Kronos. Behalve Oceanus vallen zij hem allen aan, en Kronos snijdt de schaamdelen van zijn vader af en wierp ze in de zee. Uit de druppels van het stromende bloed ontstonden de Erinyen, Alecto, Tisiphone en Megaera.
Toen zij hem van zijn heerschappij hadden beroofd, haalden zij hun broers, die in de Tartarus waren gegooid terug en gaven de heerschappij over aan Kronos.

 

 

 

9O de\ tou/touj me\n e0n tw=? Tarta/rw? pa/lin dh/saj kaqei=rce, th\n de\ a0delfh\n79Re/an gh/maj, e0peidh\ Gh= te kai\ Ou0rano\j e0qespiw?/doun au0tw=? le/gontej u9po\ paido\j i0di/ou th\n a0rxh\n a0faireqh/sesqai, kate/pine ta\ gennw/mena. kai\ prw/thn me\n gennhqei=san79Esti/an kate/pien, ei]ta Dh/mhtran kai\73Hran, meq' a4j Plou/twna kai\ Poseidw=na.

 

 

 

I. 5. Maar hij bond hen weer vast en sloot hen weer op in de Tartarus. Hij trouwde met zijn zus Rhea. Omdat de Aarde én de Hemel hem een voorspelling hadden gedaan en hadden gezegd, dat hem de macht zou worden ontnomen door zijn eigen kind, slokte hij zijn kinderen bij de geboorte op. Toen zij het eerst werd geboren slokte hij Hestia op, daarna Demeter en Hera, na hen Pluto en Poseidon.

 

 

o0rgisqei=sa de\ e0pi\ tou/toij79Re/a paragi/netai me\n ei0j Krh/thn, o9phni/ka to\n Di/a e0gkumonou=sa e0tu/gxane, genna=? de\ e0n a1ntrw? th=j Di/kthj Di/a. kai\ tou=ton me\n di/dwsi tre/fesqai Kou/rhsi/ te kai\ tai=j Melisse/wj paisi\ nu/mfaij,70Adrastei/a? te kai\71Idh?.

 

 

 

I. 6. Rhea werd daar woedend over. Zij vertrok naar Kreta, toen zij zwanger was van Zeus, en baart Zeus in een grot van de Dicte. Om hem te voeden en verzorgen geeft zij hem aan de Cureten en de dochters van Melisseus, de nimfen Adrasteia en Ida.

 

 

au3tai me\n ou]n to\n pai=da e1trefon tw=? th=j70Amalqei/aj ga/lakti, oi9 de\ Kou/rhtej e1noploi e0n tw=? a1ntrw? to\ bre/foj fula/ssontej toi=j do/rasi ta\j a0spi/daj sune/krouon, i3na mh\ th=j tou= paido\j fwnh=j o9 Kro/noj a0kou/sh?.79Re/a de\ li/qon sparganw/sasa de/dwke Kro/nw? katapiei=n w9j to\n gegennhme/non pai=da.

 

 

I. 7. De nimfen voedden het kind dus met de melk van Amaltheia. De Cureten, in wapenrusting, bewaakten de baby in de grot. Zij sloegen met hun lansen tegen hun schilden, om te voorkomen dat Kronos de stem van het kind hoorde. Rhea wikkelde een steen in luiers en gaf die aan Kronos om op te slokken, alsof het zijn pasgeboren kind was.