- 443

Ostracisme van Thucydides, zoon van Melesias.
De positie die Pericles zich met name sinds de Dertigjarige vrede had verworven, was niet onbetwist. De conservatieve partij en haar leider Thucydides hadden niet alle hoop verloren om de meerderheid in de Raad te heroveren. Zij wierpen zich op als de echo van de klachten van de bondgenoten (- 441) door het gebruik van gelden uit de federale schatkist voor specifiek Atheense doeleinden als oplichterij voor te stellen. Pericles antwoordde dat het federale pact niet was geschonden, omdat de verdediging van de Bond was gegarandeerd. Het volk sprak zich te zijnen gunste uit: Thucydides werd geostraciseerd. Door deze mislukking verloren de conservatieven hun politieke invloed en de oppositie zocht haar toevlucht in de clandestiniteit van de hetaeriën, clubs van aan het democratische regime vijandige oligarchen.

Stichting van de panhelleense kolonie Thurii in Italië (- 436).

Aanstelling van het college van censors te Rome.
Het overnemen van de falanxtactiek door het Romeinse leger had uitermate belangrijke politieke gevolgen. Er moest een lijst worden opgesteld van burgers die in staat waren zich op eigen kosten te bewapenen. Te dien einde stelde men een college van twee censors aan. De plebejers die het vaderland moesten dienen, eisten deelname aan het politieke leven. Het duurde echter nog geruime tijd voordat ze toegang tot het consulschap verkregen. Het essentiële hadden ze echter binnengehaald: sociaal onderscheid berustte voortaan niet meer op afkomst, maar op vermogen.