- 100

Onlusten te Rome.
Dood van L. Apuleius Saturninus en C. Servilius Glaucia.

Schandalen en militaire nederlagen richtten het aanzien van de senaat te gronde. De populares, die zich koesterden in de roem van Marius, die ze tot consul hadden laten kiezen (107) - een ambt dat hij door de dreiging van de Kimbren en de Teutonen (113) vijf keer achter elkaar bekleedde - lieten een reeks wetten stemmen die het senatoriale gezag teniet deden. Maar de partijleiders, de tribuun Saturninus en de praetor Glaucia, hadden alleen oog voor hun eigenbelang. Zij oefenden hun macht uit door middel van geweld. De senaat beval de consuls de onlusten de kop in te drukken. Marius liet zijn partijgenoten ombrengen.