Correctie Leesles 85

Over Cyrus, de stichter van het rijk der Perzen IV

Daarna liet de koning Harpagus komen en vroeg hem: 'Met welke dood heb jij de jongen gedood, die ik jou had toevertrouwd om met je eigen hand te doden?' Harpagus zag, dat de herder aanwezig was, meende, dat het het beste was om niets te ontkennen, en vertelde alles zo als het gebeurd was, en bekende, dat hij de jongen niet met zijn eigen hand had gedood, maar aan de herder Mithradates had gegeven, opdat hij (Mthradates) de misdaad zou begaan die hij zelf (Harpagus) vreesde.
Toen vertelde Astyages, terwijl hij zijn woede niet liet merken, wat de herder hem verteld had: dat Cyrus, zijn kleinzoon, nog leefde en dat de zaak in orde was, omdat Mandane geen reden meer had om boos te worden op haar vader; dat hij voor het terugkrijgen van zijn kleinzoon de onsterfelijke goden wilde bedanken en Harpagus uitnodigde, om met zijn zoon aanwezig te zijn. Deze woorden deden Harpagus aan met zeer grote vreugde, aangezien de koning hem vergeven had, ja zelfs hem uitnodigde voor het diner, en opgewekt ging hij terug naar huis.
Korte tijd daarna was Harpagus weer in her paleis met zijn zoontje. Dienaren brachten de jongen weg naar elders, om met Cyrus te spelen; Harpagus gaat verder naar de koning. Toen zij aan tafel waren gegaan, werd een schaal voor Harpagus neergezet en nadat hij rijkelijk had gedineerd, vroeg Astyages hem of het had gesmaakt. Wanneer Harpagus verzekert dat hij heerlijk heeft gegeten zetten de slaven een tweede schaal neer. De koning vraagt, dat Harpagus het deksel optilt en neemt wat hem bevalt. Harpagus gehoorzaamt en ziet het hoofd en de handen en voeten van zijn zoon. Toch houdt hij zich in en verliest zijn zelfbeheersing niet. 'Herken je het dier, waarvan je het vlees hebt gegeten?' vraagt Astyages. Harpagus zegt: 'Ik herken het, en wat mijn koning ook doet, het is wel gedaan.'
Nadat hij de resten van zijn zoon had verzameld ging hij zwijgend weg.