Over Solon en Croesus
(7) (slot) Vele jaren na het verblijf van Solon bij Croesus gebeurde het, dat de toegenomen macht van de Perzen Croesus met zeer grote zorg vervulde. In twijfel, of hij zelf de Perzen en Cyrus, de koning van de Perzen, de oorlog moest verklaren, besloot hij, dat hij een of ander orakel moest raadplegen. Maar omdat hij niet wist, welk orakel van alle het meest waar was, stuurde hij gezanten over de hele wereld uit, die een proef moesten nemen met alle orakels. Toen bleek, dat verreweg het meest waar van alle het orakel van Apollo in Delphi was. Nadat Croesus dus eerst zijn best had gedaan met enorme geschenken de god Apollo voor zich te winnen, stuurde hij een gezantschap naar Delphi en vroeg de god, of hij Croesus adviseerde de Perzen de oorlog te verklaren of niet. Dat antwoord was helder: 'Croesus zal als hij de Halys oversteekt een groot rijk vernietigen.' De rivier de Halys scheidt de Lydiėrs van de Perzen. Croesus, bemoedigd door het orakel - want hij was ervan overtuigd dat dat grote rijk van de Perzen was - besloot meteen de oorlog voor te bereiden. Met een groot leger stak hij de Halys over en vocht met de Perzen. De oorlog was kort, maar fel. De Lydiėrs, dapper vechtend, werden verslagen en naar de stad teriggedreven en na een korte belegering nam Cyrus Sardes in. Croesus kwam levend in de macht van de vijanden en is gedwongen de brandstapel op te klimmen. Op dat moment kwam Croesus, terwijl hij op de brandstapel stond, in de geest, wat Solon hem vele jaren tevoren had gezegd over het menselijk geluk en dat niemand gelukkig moest worden genoemd voor de dood. Terwijl hij dus bij zichzelf bedacht, hoe gelukkig hij zichzelf had toegeschenen en wat een ellendige dood hem te beurt viel en hoe groot de wijsheid van Solon was geweest, riep hij plotseling met luide stem drie maal: 'Solon!' Omdat Cyrus er graag achter wilde komen wat die uitroep te betekenen had liet hij Croesus van de brandstapel afhalen en bij zich komen en vroeg hem, wie of wat Solon was. Croesus vertelde alles en Cyrus, geroerd door de veranderlijkheid van het menselijk lot, spaarde Croesus niet alleen, maar hield hem zelfs gedurende vele jaren als vriend bij zich. |