Over Solon en Croesus (4)

Maar Solon achtte Croesus zelfs niet de tweede prijs waard en noemde Cleobis en Biton van Argos: zij waren beide beroemde atleten.
Toevallig gebeurde het, dat hun moeder op een feestdag, toen zij in de tempel van Hera aanwezig moest zijn, tevergeefs op de ossen wachtte, die haar naar het heiligdom moesten vervoeren. Toen gingen de jonge mannen onder het juk en trokken hun moeder naar de tempel. Toen zij door allen, die daar waren, gelukkig werd genoemd wegens zulke (geweldige) zonen, vroeg zij de godin, dat die haar zonen, die haar zo grote eer hadden bewezen, zou schenken, wat voor een mens het meest wenselijk en kostbaarst was. Cleobis en Biton, doodmoe van de zware inspanning, legden zich te slapen in de tempel zelf en in een diepe slaap gevallen zijn zij daarna niet meer wakker geworden, maar bleven in een dergelijk levenseind. Zo liet de godin bij hen zien, dat de dood voor een mens wenselijker is dan het leven.
Maar Croesus was toen helemaal niet tevreden en vroeg aan Solon: 'Versmaad jij dan zozeer mijn rijkdom, dat je alleen maar dode mensen gelukkig noemt en een koning zelfs niet van gewone mensen de gelijke vindt!'
Hierop antwoordde Solon zo: 'Koning, jij bezit wel zeer grote rijkdom en bent de meester van vele landen, maar voor de dood durf ik je nog niet gelukkig te noemen. Want ik ben niet onwetend = weet heel goed, hoe groot de afgunst van de goden is, die vaak diegene verheffen die zij daarna te gronde zullen richten.'
Zo sprak Solon, maar hij overtuigde Croesus niet. Hij kon zijn ergernis nauwelijks verbergen en stuurde Solon weg als een man, die de lof van wijsheid niet waard was.