Lucretia Niet veel later
is de oudste van de zonen van Tarquinius, die Sextus heette, gegrepen
door een hevige liefde voor Lucretia, de vrouw van Collatinus. Omdat
hij wist, dat Lucretia een zeer fatsoenlijke vrouw was, daalde hij af
tot bedrog en list en terwijl Collatinus in het leger is, weg van huis,
gaat hij tegen de nacht naar het landhuis en vraagt als vriend van Collatinus
om gastvrijheid. Zonder enige verdenking ontving Lucretia de zoon van
de koning, die in de stilte van de nacht doordrong tot de slaapkamer
van de onvoorzichtige vrouw en met geweld en bedreigingen zijn voornemen
ten uitvoer bracht. De volgende dag kwam er ´s ochtends naar Collatinus
in het kamp een boodschapper, door diens vrouw gestuurd, die aan hem
vroeg om zo snel mogelijk naar huis te komen. Door die boodschap hevig
geschrokken, haast Collatinus zich met enkele vrienden, waaronder Brutus,
naar huis. Meteen vertelt Lucretia alles en zij smeekt haar man bij
Juppiter van de Gastvrijheid, dat hij niet toestaat, dat de smaad ongewroken
blijft. Toen zij dit had gezegd, doorboorde zij met de dolk, die zij
onder haar kleding had verborgen, haar hart, omdat zij zelf, onteerd,
niet langer kon leven.
|