Correctie Les 31

Oefening

1. unius astri: één ster: gen. ev.
2. nullum periculum: geen gevaar: nom. en acc. ev.
3. captivi solius: de krijgsgevangene in zijn eentje: gen. ev.
4. captivi soli: alleen de krijgsgevangenen: nom. mv.
5. captivo soli: de krijgsgevangene in zijn eentje: dat. ev.
6. utram puellam? : welk meisje (van de twee)? : acc. ev.
7. sine ullo auxilio (auxilium = hulp): zonder enige hulp: abl. ev.
8. utriusque legati: beide onderbevelhebbers: gen. (formeel) enkelvoud
9. aliud initium: een ander begin: nom. en acc. ev.
10. neutri servo: geen van beide slaven: dat. ev.
11. in nulla oppida: naar geen (vesting)steden: acc. mv.
12. sub alteram portam: naar onder de andere / tweede poort: acc. ev.
13. per utramque silvam: door beide bossen: acc. ev.
14. totam terram: de hele aarde: acc. ev.
15. in utroque libro pulchro: in beide mooie boeken: abl. ev.
16. alteri ministro impigro: de andere / tweede energieke dienaar: dat. ev.
17. de signiferis solis: alleen over de vaandeldragers: abl. mv.
18. ab altero foro: vanaf het andere / tweede forum: abl. ev.
19. ab neutris castris: van geen van beide kampen: abl. mv.
20. sub utro muro? : onder welke muur (van de twee)? : abl. ev.
21. neutri claro poetae: geen van beide beroemde dichters: dat. ev.
22. cum utro nauta? : met welke zeeman (van de twee)? : abl. ev.
23. ante aliud bellum: voor een andere oorlog: acc. ev.
24. uni viro: één man: dat. ev.
25. alios poetas: andere dichters: acc. mv.