Correctie Les 27
1. Cras agros tuos spectabimus:
Morgen zullen wij jouw akkers bekijken.
2. Amamus semperque amabimus liberos nostros:
Wij houden van (onze kinderen) en wij zullen altijd
(blijven) houden van onze kinderen.
3. Avunculus vester a suis valde laudatur:
Jullie oom wordt door de zijnen / zijn familie zeer
geprezen.
4. Cotidie ad magistrum suum, qui habitat in Aventino,
venire solet:
Hij is gewend elke dag naar zijn meester, die op de
Aventijn woont, te gaan.
5. Nostri, dum agros vastant, ab iratis agricolis
subito terrentur:
Terwijl zij de akkers verwoesten, worden de onzen /
onze mannen plotseling verschrikt door boze boeren.
6. Quia tam pigri sunt, filii tui a magistro severo
punientur:
Omdat zij zo lui zijn, zullen jouw zoons door de
strenge meester gestraft worden.
7. Cum genero suo in pulchro Neptuni templo taurum
immolabit:
Samen met zijn schoonzoon zal hij in de mooie tempel
van Neptunus een stier offeren.
8. Multi nostrorum in dextra Sequanae ripa caedentur:
Velen van de onzen / onze mannen zullen op de
rechteroever van de Seine gedood worden.
9. Celtae, qui nostra lingua Galli appellantur, mediam
Galliam habitabant:
De Kelten, die in onze taal Galliërs worden
genoemd, bewoonden het midden van Gallië.
10. Cur vaccam ex agro meo pellere audes? Cur audeo?
Mea, non tua est!
Waarom durf jij een koe uit mijn akker te drijven?
Waarom ik (dat) durf? Zij is van mij, niet van jou!
11. Stella lucifera asperis nautis viam per undas
monstrat:
De lichtende ster toont de ruwe zeelui de weg door de
golven.
12. Socii nostri si locum tenere non poterunt,
victoriam non reportabimus:
Als onze bondgenoten niet zullen kunnen standhouden,
zullen wij de overwinning niet behalen.
13. Si virum miserum non defendes, condemnabitur:
Als jij de ongelukkige man niet zult verdedigen, zal
hij veroordeeld worden.
14. Libri, quos habetis, nostri, non vestri sunt:
De boeken, die jullie hebben, zijn van ons, niet van
jullie.
15. Saguntini miseri argentum aurumque suum in flammas
rubras iactant:
De ongelukkige inwoners van Saguntum gooien hun zilver
en goud in de rode vlammen.
|