Correctie Les 18

Oefening 1

1. videbas: jij zag
2. habebant: zij hadden
3. eratis: jullie waren
4. erratis: jullie dwalen / jullie vergissen je
5. solebant: zij waren gewoon / zij plachten
6. veniebam: ik kwam / ik ging
7. crescebant: zij groeiden
8. poteras: jij kon
9. merebatis: jullie verdienden
10. mandabant: zij droegen op
11. perseverabas: jij volhardde / jij zette door
12. servabatis: jullie redden / jullie bewaarden
13. desiliebam: ik sprong omlaag
14. poteratis: jullie konden
15. migrabatis: jullie verhuisden
16. studebant: zij deden hun best
17. poteramus: wij konden
18. orabas: jij bad / jij smeekte
19. erant: zij waren
20. consulebas: jij raadpleegde

Oefening 2

1. dividebamini: jullie werden verdeeld
2. delebatur: het werd vernietigd
3. spectabamur: wij werden bekeken
4. audiebar: ik werd gehoord
5. videbamini: jullie werden gezien
6. exportabatur: het werd uitgevoerd
7. sepeliebantur: zij werden begraven
8. mittebaris: jij werd gestuurd
9. delebantur: zij werden vernietigd
10. audiebaris: jij werd gehoord
11. servabamur: wij werden gered
12. consulebar: ik werd geraadpleegd
13. reducebatur: hij werd teruggebracht
14. puniebamini: jullie werden gestraft
15. defendebantur: zij werden verdedigd
16. terrebaris: jij werd banggemaakt
17. amabatur: zij werd bemind
18. pugnabatur: er werd gevochten