URSUS |
|
progrediens progreditur,pedibus abutitur.vita nostra non dissimilisursulis spatiantibus :ingredimur, quamquamperveniemus nusquam.
|
|
hij wandelt, stapt,hij gaat en loopt.hij drentelt, sukkelt,slentert en hoopt,dat hij ergens eens zal komen.jij bent net als de bruine beer :ook al loop je de wereld rond,het leven neemt geen nieuwe keer.
|
|